8.7.5 Externe setpoint-beïnvloeding (4.1.3)
Afb. 45 Externe setpoint-beïnvloeding
Beschrijving
Met de functie kunt u het setpoint aanpassen door meetparame-
ters het setpoint te laten beïnvloeden. Normaal is dit een analoog
signaal van een debiet- of temperatuursensor, of een soortgelijke
sensor. Voor een overzicht van sensortypen en mogelijke posi-
ties, raadpleegt u de installatie- en bedieningsinstructies voor
Control MPC.
Het setpoint kan bijvoorbeeld worden aangepast aan parameters
die de persdruk of temperatuur van het systeem kunnen beïn-
vloeden. De parameters die de capaciteit van het systeem kun-
nen beïnvloeden worden getoond als een percentage van 0 t/m
100 %. Deze kunnen het setpoint alleen verminderen, aangezien
de beïnvloeding in percentage gedeeld door 100 met het setpoint
wordt vermenigvuldigd:
Actueel setpoint (SP) = geselecteerd setpoitn x beïnvloeding (1) x
beïnvloeding (2) x etc.
De beïnvloedingswaarden kunnen afzonderlijk worden ingesteld.
Een lage-doorlaatfilter zorgt voor afvlakking van de gemeten
waarde die het setpoint beïnvloedt. Dit heeft stabiele setpointwij-
zigingen tot gevolg.
Instelbereik
•
0-100% signaal
•
Voordruk
•
Persdruk
•
Externe druk
•
Drukverschil, extern
•
Drukverschil, pomp
•
Debiet
•
Vatniveau, perszijde
•
Vatniveau, zuigzijde
•
Temp. zuigleiding, extern
•
Temperatuur persleiding
•
Temperatuur zuigleiding
•
Temperatuurverschil
•
Omgevingstemperatuur
•
Temperatuurverschil.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Primaire regelaar > Externe setpoint-beïnvloe-
ding > Ingangswaarde te beïnvloeden door.
Er verschijnt een lijst met beschikbare parameters.
1. Selecteer de parameter die het setpoint moet beïnvloeden.
2. Druk op
.
3. Stel de beïnvloedingsfunctie in.
Zie paragraaf
8.7.6 Instelling van beïnvloedingsfunctie
(4.1.3.2).
4. Stel het aantal punten in.
5. Stel in: Externe ingangswaarde (Punt 1).
6. Stel in als een percentage: Verlaag setpoint tot (Punt 1).
7. Herhaal stappen 4 t/m 6 voor alle gewenste parameters.
8. Druk op
.
9. Stel in als seconden: Filtertijd.
10. Selecteer: Actief.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
Als de multisensor-functie is ingeschakeld, heeft
deze een hogere prioriteit dan de externe setpoint-
beïnvloeding die wordt genegeerd.
31