7.2 Knoppen en signaallampjes
De knoppen (pos. 2 t/m 10 in afb. 9) op de CU 352 zijn actief
wanneer ze zijn verlicht.
7.2.1 Pijl naar rechts (2)
Druk op [>] om naar het volgende menu in de menustructuur te
gaan. Wanneer u op [>] drukt als het menu "Instellingen" is
gemarkeerd, gaat u naar het menu "Status".
7.2.2 Help (3)
Wanneer dit symbool brandt, verschijnt een helptekst voor het
huidige display als u op de knop drukt.
Sluit de tekst met
.
7.2.3 Omhoog en omlaag (4 en 5)
Ga met [ ∨ ] en [ ∧ ] omlaag en omhoog in lijsten.
U kunt een tekst met [OK] selecteren wanneer deze zich in een
kader bevindt.
Als een tekst is gemarkeerd en u drukt op de [ ∧ ] toets, dan zal
de tekst erboven worden gemarkeerd. Als u op de [ ∨ ] toets drukt,
dan zal de tekst eronder worden gemarkeerd.
Als u op [ ∨ ] drukt in de laatste regel van de lijst, dan wordt de
eerste regel gemarkeerd.
Als u op [ ∧ ] drukt in de eerste regel van de lijst, dan wordt de
laatste regel gemarkeerd.
7.2.4 Plus en min (6 en 7)
Verhoog en verlaag een waarde met [+] en [-]. Sla op met [OK].
7.2.5 Terug (8)
Druk op
om een display terug te gaan in het menu.
Als u een waarde heeft gewijzigd en op
nieuwe waarde niet opgeslagen. Zie ook paragraaf
Als u op [OK] drukt voordat u op
waarde opgeslagen. Zie ook paragraaf
drukt, dan wordt de
7.2.7 OK
(10).
drukt, dan wordt de nieuwe
7.2.7 OK
(10).
7.2.6 Start (9)
Druk op
om terug te gaan naar het menu "Status".
7.2.7 OK (10)
Gebruik de toets als een enter toets.
De toets wordt ook gebruikt om het instellingsproces van een
waarde te starten. Als u een waarde heeft gewijzigd, drukt u op
[OK] om de wijziging op te slaan.
7.2.8 Signaallampjes (11 en 12)
Het bedieningspaneel bevat een groen en rood signaallampje.
Het groene signaallampje brandt wanneer het systeem in bedrijf
is en knippert wanneer het systeem op 'stop' staat ingesteld.
Het rode signaallampje brandt als er een alarm of een waarschu-
wing wordt gemeld. De fout kan worden geïdentificeerd in de
alarmlijst.
7.2.9 Helderheid (13)
U kunt de helderheid in het display met de volgende toets veran-
deren:
1. Druk op
.
2. Pas de helderheid aan met [+] en [-].
7.2.10 Achtergrondverlichting
Als er gedurende 15 minuten geen toets wordt aangeraakt, zal de
achtergrondverlichting van het display worden gedimd.
Druk op de knop START om de achtergrondverlichting weer in te
schakelen.
11