8.7.55 Externe storing (4.4.4)
Afb. 110Externe storing
Beschrijving
De functie wordt gebruikt wanneer de CU 352 in staat moet zijn
een storingsmelding van een extern contact te ontvangen. In
geval van een externe storing signaleert de CU 352 een waar-
schuwing of alarm. In geval van alarm schakelt het systeem over
naar een andere handmatige bedrijfsmodus, bijvoorbeeld "Stop".
Instelbereik
•
Selectie van digitale ingang voor de functie.
•
Instelling van tijdsvertraging vanaf sluiten van het contact tot-
dat de CU 352 reageert.
•
Reactie in geval van externe storing: Waarschuwing of alarm
en wijziging van bedrijfsmodus.
•
Herstarten na alarm: Handmatig of Auto.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Externe storing > Ga naar
instelling van digitale ingang. Display
verschijnt.
1. Stel de ingang in op "Externe storing".
2. Druk op
.
3. Stel in: Tijdsvertraging, storingsindicatie.
4. Selecteer "Waarschuwing" als alleen een waarschuwing nodig
is in geval van externe storing.
Selecteer de bedrijfsmodus "Handmatig" of "Auto" als het
systeem een alarm moet afgeven en van bedrijfsmodus moet
veranderen in geval van een externe storing.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld. Als de functie ingeschakeld is, dan
zijn de volgende waarden ingesteld vanuit de fabriek:
•
Tijdsvertraging: 5 seconden.
•
Bedrijfsmodus in geval van alarm: Stop.
•
Herstarten: Handmatig.
58
Dig. ingangen (4.3.7)
8.7.56 Limiet 1 overschreden (4.4.5 - 4.4.6)
Afb. 111Limiet 1 overschreden
Beschrijving
Met de functie kan de CU 352 ingestelde limieten van analoge
waarden bewaken. Deze zal reageren als de waarden de limieten
overschrijden. Elke limiet kan worden ingesteld als een maximale
of minimale waarde. Voor elk van de bewaakte waarden moet
een waarschuwingslimiet en een alarmlimiet worden vastgesteld.
Met deze functie kunt u twee verschillende locaties in een pomp-
systeem tegelijkertijd bewaken, bijvoorbeeld de druk bij een ver-
bruiker en de persdruk van de pomp. Dit zorgt er voor dat de
persdruk geen kritieke waarde bereikt.
Als de waarde de waarschuwingslimiet overschreidt, wordt er een
waarschuwing afgegeven. Als de waarde de alarmlimiet over-
schrijdt, dan worden de pompen uitgeschakeld.
U kunt een vertraging instellen tussen de detectie van een over-
schreden limiet en de activering van een waarschuwing of een
alarm. U kunt ook een vertraging instellen voor het resetten van
een waarschuwing of een alarm.
Een waarschuwing kan automatisch of handmatig worden gere-
set.
U kunt instellen of het systeem na een alarm automatisch
opnieuw moet inschakelen of dat het alarm handmatig moet wor-
den gereset. Herstarten kan worden vertraagd met een in te stel-
len tijd. U kunt ook een inschakelvertraging instellen die zorgt dat
het systeem stabiel is voordat de functie actief wordt.
Instelbereik
•
Selectie van analoge ingang voor de functie
•
Te bewaken ingangswaarde
•
Limiet type (Min. limiet en Max. limiet)
•
Waarschuwingslimiet
•
Grenswaarde voor storing.