98
Parameters in de Lange parameter modus
Index Naam/Keuze
1607
OPSLAAN PARAM Slaat de geldige parameterwaarden op in het permanente geheugen.
0 = KLAAR
1 = OPSLAAN
1610
ALARMEN TONEN Activeert/deactiveert alarmen
0 = NEEN
1 = JA
1611
PARAM ZICHT
0 = DEFAULT
1 = FLASHDROP
18 FREQ INGANG
1801
FREQ INGANG
MIN
0...16000 Hz
1802
FREQ INGANG
MAX
0...16000 Hz
1803
FILTER FREQ IN
0,0...10,0 s
20 LIMIETEN
2003
MAX STROOM
0,0...1,8 · I
A
2N
2005
OVERSPAN
REGEL
0 = BLOKKEREN
1 = VRIJGEVEN
Actuele signalen en parameters
Beschrijving
Opslag voltooid
Bezig met opslaan
(code: A2002),
ODERSPANNING
(code: A2006). Zie voor meer informatie het hoofdstuk
129.
Alarmen zijn niet actief.
Alarmen zijn actief.
Bepaalt het parameter overzicht, d.w.z. welke parameters getoond worden op het
bedieningspaneel.
Opmerking: Deze parameter is alleen zichtbaar indien geactiveerd door het
optionele FlashDrop instrument. FlashDrop maakt het gemakkelijk om de
parameterlijst naar wens aan te passen, zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde
parameters verborgen worden. Zie voor meer informatie MFDT-01 FlashDrop
User's Manual (3AFE68591074 [Engels]).
FlashDrop parameterwaarden worden geactiveerd door parameter
APPLICATIEMACRO in te stellen op 31 (LADEN FD SET).
Complete lange en korte parameter-lijsten
FlashDrop parameterlijst. Is exclusief de korte parameterlijst. Parameters die door
FlashDrop verborgen zijn, zijn niet zichtbaar.
Bewerking van frequentie-ingangssignaal. Digitale ingang DI5 kan
geprogrammeerd worden als een frequentie-ingang. Een frequentie-ingang kan
gebruikt worden als bron voor extern referentiesignaal. Zie parameter
KEUZE REF1/2.
Bepaalt de minimum ingangswaarde als DI5 gebruikt wordt als een frequentie-
ingang.
Minimum frequentie
Bepaalt de maximum ingangswaarde als DI5 gebruikt wordt als een frequentie-
ingang.
Maximum frequentie
Bepaalt de filtertijdconstante voor frequentie-ingang, d.w.z. de tijd waarin 63% van
een trapsgewijze wijziging bereikt is.
Filtertijdconstante
Bedrijfslimieten van de omvormer
Definieert de toegestane maximum motorstroom.
Stroom
Activeert of deactiveert de overspanningsregeling van de DC-tussenkring.
Door het snel afremmen van een zeer trage last bereikt de DC-tussenkring de
overspanningslimiet. Om te verhinderen dat de DC-spanning de limiet overschrijdt,
vermindert de overspanningsregeling automatisch het remkoppel.
Opmerking: Als een remchopper en remweerstand aangesloten zijn op de
omvormer, moet de regelaar uit zijn (keuze GEBLOKKEERD) om de chopper te
laten werken.
Overspanningsregeling gedeactiveerd
Overspanningsregeling geactiveerd
OVERSTROOM
(code: A2001),
(code: A2003) en
UNIT OVERTEMPERATUUR
Foutopsporing
Def
0 = KLAAR
OVERSPANNING
0 = NEEN
op pagina
0 = DEFAULT
9902
1103/1106
0 Hz
1,000 Hz
0,1 s
1,8 · I
1 =
VRIJGEVEN
A
2N