Parameters in de Lange parameter modus
Index Naam/Keuze
32 BEWAKING
3201
BEWAK 1 PARAM
Beschrijving
Signaalbewaking. De omvormer controleert of bepaalde door de gebruiker gekozen
variabelen binnen de door de gebruiker ingestelde limieten blijven. De gebruiker
kan limieten instellen voor het toerental, de stroom, enz. De bewakingsstatus kan
gemonitoord worden met relaisuitgang. Zie parametergroep
GEN.
Kiest het eerste bewaakte signaal. Bewakingslimieten worden gedefinieerd door
parameters
3202
BEWAK 1 LIM LAAG en
Voorbeeld 1: Als
3202
BEWAK 1 LIM LAAG <
Geval A = De waarde van
BOVEN. Het relais wordt bekrachtigd wanneer de waarde van het signaal gekozen
met
3201
BEWAK 1 PARAM de bewakingslimiet gedefinieerd door
LIM HOOG overschrijdt. Het relais blijft actief totdat de bewaakte waarde daalt tot
beneden de onderlimiet gedefinieerd door
Geval B = De waarde van
ONDER. Het relais wordt bekrachtigd wanneer de waarde van het signaal gekozen
met
3201
BEWAK 1 PARAM daalt tot onder de bewakingslimiet gedefinieerd door
3202
BEWAK 1 LIM LAAG. Het relais blijft actief totdat de bewaakte waarde stijgt
tot boven de bovenlimiet gedefinieerd door
Waarde van de bewaakte parameter
HOOG (par. 3203)
LAAG (par. 3202)
Geval A
Bekrachtigd (1)
Geval B
Bekrachtigd (1)
Voorbeeld 2: Als
3202
BEWAK 1 LIM LAAG >
De onderlimiet
3203
BEWAK 1 LIM HOOG blijft actief totdat het bewaakte signaal
de hogere limiet
3202
BEWAK 1 LIM LAAG overschrijdt, waardoor deze laatste de
actieve limiet wordt. De nieuwe limiet blijft actief totdat het bewaakte signaal daalt
tot onder de lagere limiet
3203
actieve limiet wordt.
Geval A = De waarde van
BOVEN. Het relais wordt bekrachtigd telkens wanneer het bewaakte signaal de
actieve limiet overschrijdt.
Geval B = De waarde van
ONDER. Het relais wordt ontladen telkens wanneer het bewaakte signaal daalt
onder de actieve limiet.
Waarde van de bewaakte parameter
LAAG (par. 3202)
HOOG (par. 3203)
Geval A
Bekrachtigd (1)
Geval B
Bekrachtigd (1)
3203
BEWAK 1 LIM HOOG.
3203
BEWAK 1 LIM HOOG
1401
RELAISUITGANG 1 is ingesteld op BEWAK1
3202
BEWAK 1 LIM LAAG.
1401
RELAISUITGANG 1 is ingesteld op BEWAK 1
3203
BEWAK 1 LIM HOOG.
0
0
3203
BEWAK 1 LIM HOOG
BEWAK1 LIM HOOG, waardoor deze laatste de
1401
RELAISUITGANG 1 is ingesteld op BEWAK1
1401
RELAISUITGANG 1 is ingesteld op BEWAK 1
0
0
14 RELAISUITGAN-
3203
BEWAK 1
t
t
t
Actieve limiet
t
t
t
Actuele signalen en parameters
115
Def
103