Parameters in de Lange parameter modus
Index Naam/Keuze
0 = NIET
GESELEC
1 = DI1
2 = DI2
3 = DI3
4 = DI4
5 = DI5
-1 = DI1(INV)
-2 = DI2(INV)
-3 = DI3(INV)
-4 = DI4(INV)
-5 = DI5(INV)
25 KRITISCHE FREQ
2501
KEUZE KRIT
FREQ
0 = OFF
1 = ON
2502
KRIT FREQ 1
LAAG
0.0...500.0 Hz
2503
KRIT FREQ 1
HOOG
0.0...500.0 Hz
Beschrijving
Niet geselecteerd
Digitale ingang DI1. 1 = helling-ingang geforceerd naar nul. Hellinguitgang zal naar
nul gaan volgens de gebruikte hellingtijd.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Geïnverteerde digitale ingang DI1. 0 = helling-ingang geforceerd naar nul.
Hellinguitgang zal naar nul gaan volgens de gebruikte hellingtijd.
Zie keuze DI1(INV).
Zie keuze DI1(INV).
Zie keuze DI1(INV).
Zie keuze DI1(INV).
Toerentalbanden waarbij de omvormer niet in bedrijf mag zijn.
Er is een kritische-toerentalfunctie beschikbaar voor toepassingen waarbij het
noodzakelijk is om bepaalde motortoerentallen of toerentalbanden te vermijden
vanwege bijvoorbeeld mechanische resonantie. De gebruiker kan drie kritische
toerentallen of toerentalbanden definiëren.
Activeert of deactiveert de functie kritische frequenties. De functie kritische
frequenties vermijdt bepaalde toerentalbereiken.
Voorbeeld: Een ventilator heeft vibraties in het bereik van 18 tot 23 Hz en 46 tot 52
Hz. Om de omvormer de vibratie-frequentiebereiken te laten overslaan:
- Activeer de functie kritische frequenties.
- Stel de kritische-frequentiebereiken in zoals in onderstaande figuur.
f
(Hz)
uitgang
52
46
23
18
1 2 3 4
Niet actief
Actief
Bepaalt de onderlimiet van kritisch toerental-/frequentiebereik 1.
Limiet De waarde mag niet hoger zijn dan het maximum (parameter
FREQ 1 HOOG).
Bepaalt de bovenlimiet van kritisch toerental-/frequentiebereik 1.
Limiet De waarde mag niet lager zijn dan het minimum (parameter
FREQ 1 LAAG).
1
Par.
2502
= 18 Hz
2
Par.
2503
= 23 Hz
3
Par.
2504
= 46 Hz
4
Par.
2505
= 52 Hz
f
(Hz)
referentie
2503
2502
Actuele signalen en parameters
105
Def
0 = OFF
0,0 Hz
KRIT
0,0 Hz
KRIT