88
Parameters in de Lange parameter modus
Index Naam/Keuze
1010
KEUZE JOGGING
1 = DI1
2 = DI2
3 = DI3
4 = DI4
Actuele signalen en parameters
Beschrijving
Bepaalt het signaal dat de joggingfunctie activeert. De jogfunctie wordt doorgaans
gebruikt om een cyclische beweging van een machineonderdeel te sturen. Met één
druktoets kan de omvormer tijdens de gehele cyclus worden bestuurd: Bij
activering start de omvormer, accelereert met een vooraf ingestelde snelheid naar
een vooraf ingesteld toerental. Als de functie niet is geactiveerd, decelereert de
omvormer met een vooraf ingestelde snelheid naar nul toeren.
Onderstaande figuur beschrijven de werking van de omvormer. Ze laat ook zien
hoe de omvormer overgaat naar normaal bedrijf ( = joggen niet actief) als de
startopdracht voor de omvormer wordt ingeschakeld. Jog cmd = status van de jog-
ingang, Start cmd = status van de startopdracht voor de omvormer.
Toerental
1 2
3 4 5
Fase
Jog
Start
Beschrijving
opdr.
opdr.
1-2
1
0
Omvormer accelereert naar jogging-toerental langs de
acceleratiehelling van de jogging-functie.
2-3
1
0
Omvormer draait bij het jogging-toerental.
3-4
0
0
Omvormer decelereert naar nul toeren langs de
deceleratiehelling van de jogging-functie.
4-5
0
0
Omvormer gestopt.
5-6
1
0
Omvormer accelereert naar jogging-toerental langs de
acceleratiehelling van de jogging-functie.
6-7
1
0
Omvormer draait bij het jogging-toerental.
7-8
x
1
Normaal bedrijf heft het joggen tijdelijk op. Omvormer
accelereert naar de toerentalreferentie langs de actieve
acceleratiehelling.
8-9
x
1
Normaal bedrijf heft het joggen tijdelijk op. Omvormer
volgt de toerentalreferentie.
9-10
0
0
Omvormer decelereert naar nul toeren langs de actieve
deceleratiehelling.
10-
0
0
Omvormer gestopt.
x = Status kan 1 of 0 zijn.
Opmerking: De jogfunctie werkt niet wanneer een startopdracht voor de omvormer
actief is.
Opmerking: Het jogging toerental heeft voorrang op de constante toerentallen
CONST
TOERENKEUZE.
Opmerking: De tijdcoördinaat van de helling
tijdens jogging op nul gesteld worden (d.w.z. lineaire helling).
Jogging toerental wordt bepaald door parameter
acceleratie- en deceleratietijden worden bepaald door parameters
TIJD 2 en
2206
DECELER TIJD 2. Zie ook parameter
Digitale ingang DI1. 0 = jogging inactief, 1 = jogging actief.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
Zie selectie DI1.
t
6
7
8 9
10
(2207
ACC/DEC CURVE 2) moet
1208
CNST TOERENTAL7,
2112
NULTOEREN VERTR.
Def
0 = NIET
GESELEC
12
2205
ACCELER