Elektrische installatie
Overzicht
Dit hoofdstuk beschrijft het controleren van de isolatie van het omvormersysteem en
de compatibiliteit met IT- (ongeaarde) en hoekgeaarde TN-systemen en het
aansluiten van vermogenskabels en besturingskabels.
WAARSCHUWING! De in dit hoofdstuk beschreven installatie mag slechts worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien. Volg de instructies in het hoofdstuk
Veiligheid
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Zorg dat de omvormer tijdens de installatie is ontkoppeld van het voedingsnet.
Als de omvormer al is aangesloten op het voedingsnet, ontkoppelt u de
omvormer en wacht u 5 minuten.
De isolatie van de omvormer controleren
Omvormer
Voer geen spanningstolerantie- of isolatieweerstandsmetingen uit (bijvoorbeeld met
een hi-pot of megger) op enig onderdeel van de omvormer, aangezien het testen de
omvormer kan beschadigen. Elke omvormer is in de fabriek getest of er tussen het
hoofdcircuit en het chassis isolatie zit. Ook zitten er in de omvormer
spanningsbeperkende circuits die automatisch de testspanning verlagen.
Netvoedingskabel
Controleer of de isolatie van de ingangskabel voldoet aan de plaatselijke regels
voordat u deze aansluit op de omvormer.
Motor en motorkabel
Controleer de isolatie van de motor en de motorkabel als volgt:
1. Verifieer dat de motorkabel aangesloten is op de motor en niet op de
uitgangsklemmen U2, V2 en W2 van de omvormer.
2. Meet de isolatieweerstand tussen elke fasegeleider en de
veiligheidsaardegeleider door een meetspanning van 500 V DC te gebruiken. De
isolatieweerstand van een ABB-motor moet hoger zijn dan 100 Mohm
U1
(referentiewaarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de isolatieweerstand van andere
M
V1
motors moet u de instructies van de fabrikant raadplegen. Opmerking: Vocht in
3~
ohm
W1 PE
de motorbehuizing verlaagt de isolatieweerstand. Als u vocht vermoedt, moet u
de motor drogen en de meting herhalen.
op pagina 11. Het negeren van de veiligheidsinstructies kan verwonding of
39
Elektrische installatie