100
Parameters in de Lange parameter modus
Index Naam/Keuze
21 START/STOP
2101
START FUNCTIE
1 = AUTO
2 = DC MAGN
4 = KOPPEL
BOOST
6 = START SCAN
7 = SCAN+BOOST Combineert frequentie-scannende vliegende start (starten van de omvormer
2102
STOP FUNCTIE
1 = UITLOOP
2 = HELLING
2103
DC MAGN TIJD
0,00 ... 10,00 s
Actuele signalen en parameters
Beschrijving
Start- en stopmodi van de motor
Selecteert de startmethode voor de motor.
Frequentie-referentie start onmiddellijk langs een helling vanaf 0 Hz.
De omvormer magnetiseert de motor voor met gelijkstroom vóór de start.
De voormagnetisatietijd wordt gedefinieerd door parameter
Opmerking: Het starten van de omvormer die aangesloten is op een draaiende
motor is niet mogelijk wanneer 2 (DC MAGN) gekozen is.
WAARSCHUWING! De omvormer zal starten nadat de vooraf ingestelde
voormagnetisatietijd verstreken is, zelfs als de magnetisering van de motor niet
voltooid is. Bij toepassingen waarin een maximaal startkoppel essentieel is, moet
de constante magnetiseringstijd lang genoeg zijn om volledige magnetisering en
een maximaal koppel te genereren.
Koppelverhoging dient gekozen te worden als een hoog startkoppel vereist is.
De omvormer magnetiseert de motor voor met gelijkstroom vóór de start.
De voormagnetisatietijd wordt gedefinieerd door parameter
Koppelverhoging wordt bij de start toegepast. Koppelverhoging eindigt wanneer de
uitgangsfrequentie 20Hz overschrijdt of gelijk is aan de referentiewaarde. Zie
parameter
2110
KOPP BOOSTSTROOM.
Opmerking: Het starten van de omvormer die aangesloten is op een draaiende
motor is niet mogelijk wanneer 4 (KOPPEL BOOST) gekozen is.
WAARSCHUWING! De omvormer zal starten nadat de vooraf ingestelde
voormagnetisatietijd verstreken is, zelfs als de magnetisatie van de motor niet
voltooid is. Bij toepassingen waarin een maximaal startkoppel essentieel is, moet
de constante magnetiseringstijd lang genoeg zijn om volledige magnetisering en
een maximaal koppel te genereren.
Frequentie-scannende, vliegende start (starten van de omvormer aangesloten op
een draaiende motor). Gebaseerd op scannen van frequentie (interval
FREQUENTIE...2007
MIN FREQUENTIE) om de frequentie te bepalen. Als het
bepalen van de frequentie mislukt, wordt DC magnetisatie gebruikt. Zie keuze 2
(DC MAGN).
aangesloten op een draaiende motor) en koppelverhoging. Zie keuzes 6 (START
SCAN) en 4 (KOPPEL BOOST). Als het bepalen van de frequentie mislukt, wordt
koppelverhoging gebruikt.
Selecteert de stopfunctie van de motor.
Stop door onderbreken van de motorvoeding. De motor loopt uit tot stilstand.
Stop langs een helling. Zie parametergroep
Bepaalt de voormagnetisatietijd. Zie parameter
startopdracht zal de omvormer automatisch de motor voormagnetiseren gedurende
de ingestelde tijd.
Magnetisatietijd. Stel deze waarde op voldoende tijd in om de motor volledig te
magnetiseren. Een te lange tijd veroorzaakt oververhitting van de motor.
2103
DC MAGN TIJD.
2103
DC MAGN TIJD.
22
ACCEL/DECEL.
2101
START FUNCTIE. Na de
Def
1 = AUTO
2008
MAX
1 = UITLOOP
0,30 s