Beveiligen van de omvormer, motorkabel en voedingskabel tegen thermische
overbelasting.
De omvormer beschermt zichzelf, de ingang- en de motorkabels tegen thermische
overbelasting wanneer de kabels in overeenstemming met de nominale stroom van
de omvormer gedimensioneerd zijn. Er is geen extra thermische beveiliging
noodzakelijk.
WAARSCHUWING! Als de omvormer op meerdere motoren is aangesloten, moet
een afzonderlijke schakelaar voor thermische overbelasting of een automaat worden
gebruikt voor de beveiliging van elke kabel en motor. Voor deze onderdelen is
mogelijk een afzonderlijke zekering nodig ter beveiliging tegen de kortsluitstroom.
Beveiliging van de motor tegen thermische overbelasting
Volgens regelgeving moet de motor beveiligd worden tegen thermische
overbelasting en moet de stroom uitgeschakeld worden wanneer oververhitting
geconstateerd wordt. De omvormer bevat een thermische-motorbeveiligingfunctie
die de motor beveiligt en de stroom indien nodig uitschakelt. Zie parameter
MOTOR THERM BEV voor meer informatie over de thermische motorbeveiliging.
Compatibiliteit met reststroom-verbrekers (RCD)
ACS150-01x omvormers kunnen gebruikt worden met aardlekschakelaars van Type
A, ACS150-03x omvormers met aardlekschakelaars van Type B. Voor ACS150-03x
omvormers kunnen ook andere maatregelen ter bescherming in geval van direct of
indirect contact toegepast worden, zoals scheiding van de omgeving door dubbele of
versterkte isolatie, of scheiding van het voedingssysteem door een transformator.
Implementeren van een bypass-aansluiting
WAARSCHUWING! Sluit de netvoeding nooit aan op de uitgangsklemmen U2, V2
en W2 van de omvormer. Netspanning op de uitgang kan blijvende schade aan de
omvormer aanrichten.
Als er veelvuldig een bypass moet worden gebruikt, gebruik dan mechanisch
vergrendelde schakelaars of magneetschakelaars om er voor te zorgen dat de
motorklemmen niet tegelijkertijd aangesloten zijn op de AC voedingsklemmen en de
uitgangsklemmen van de omvormer.
Planning van de elektrische installatie
37
3005