Voorschriften voor het labelen van objectglaasjes
Objectglaasjes moeten zijn voorzien van een label met een identificatienummer dat overeenkomt
met de code op het potje. (Zie 'Geavanceerde verwerkingsopties' op pagina 6.5 om het afstemmen
van glaasjescodes tijdelijk uit te schakelen.)
Indeling van barcodelabel voor glaasjes
Barcodelabels van objectglaasjes kunnen 1- of 2-dimensionaal zijn. Zie Tabel 6.2 op pagina 6.33
voor eventuele geldende beperkingen. Glaasjeslabels mogen worden afgedrukt en aangebracht
op het glaasje, maar kunnen ook rechtstreeks op het glaasje worden afgedrukt of geëtst; zorg voor
voldoende contrast zodat de scanner het label kan lezen.
Afbeelding 7-3 Voorbeelden van hoe barcodes op een ThinPrep-objectglaasje passen
De barcode moet minstens 5,88 mm hoog zijn en mag niet breder zijn dan 19,05 mm.
0,30 inch
7,62 mm
0,75 inch
19,05 mm
Afbeelding 7-4 Indeling barcodelabel objectglaasjes
G
EBRUIKSINSTRUCTIES
0,22 inch
5,88 mm
Gebruikershandleiding ThinPrep™ 5000-processor
7
7.5