P
DEEL
E
RICHTLIJNEN MONSTERBEREIDING
De volgende richtlijnen beschrijven de voorkeursmethoden voor het prepareren van de diverse
monstertypen. De methoden worden in algemene bewoordingen beschreven. Voor gedetailleerdere
informatie over iedere stap wordt verwezen naar de beschrijving van de methoden in Deel D in dit
hoofdstuk. Zie Deel F voor het oplossen van problemen met monsterpreparatie.
DUNNE-NAALDASPIRATIES (FNA)
1. Afname: Neem het monster direct in 30 ml CytoLyt
Opmerking
2. Concentreren door centrifugering − 600 g, 10 minuten (pagina 5.6) of
3. Schenk supernatant af en vortex om de celpellet te resuspenderen
4. Beoordeel het uiterlijk van de celpellet (pagina 5.9).
REPAREREN VAN NIET
Gebruik een gebalanceerde elektrolytoplossing indien het monster in
een intraveneuze oplossing moet worden afgenomen.
: Spoel de naald en de spuit (indien mogelijk) met een steriel
antistollingsmiddel voordat het celmateriaal wordt
afgenomen. Sommige antistollingsmiddelen kunnen andere
celverwerkingstechnieken verstoren. Houd hier rekening
mee wanneer u van plan bent om het monster voor andere
tests te gebruiken.
1200 g, 5 minuten.
(pagina 5.8).
Indien de celpellet niet bloedvrij is, moet 30 ml CytoLyt-oplossing aan
de celpellet worden toegevoegd en moet de verwerking vanaf stap 2
worden herhaald.
-
GYNAECOLOGISCHE MONSTERS
Gebruikershandleiding ThinPrep™ 5000-processor
5
-oplossing af.
™
5.13