5
P
REPAREREN VAN NIET
Met bloed of eiwit verontreinigde monsters
Probleem
A. Is de melding 'Monster is
verdund' verschenen
tijdens de verwerking?
JA
NEE
B. Vertoont het objectglaasje
een duidelijke 'halo' van
celmateriaal en/of witte
bloedcellen?
JA
NEE
C. Bevat het objectglaasje
weinig cellen en bevat
het bloed of eiwit of
niet-cellulaire resten?
JA
NEE
Bel de Technische
ondersteuning van Hologic.
5.20
Gebruikershandleiding ThinPrep™ 5000-processor
-
GYNAECOLOGISCHE MONSTERS
1. Controleer of de cellulariteit toereikend is.
Zo niet, gebruik dan een grotere hoeveelheid
van de pellet indien beschikbaar.
Prepareer een objectglaasje volgens de
Non-Gyn-cyclus.
1. Verdun het monster in mengverhouding 20:1.
Voeg met een gekalibreerde pipet 1 ml
monstermateriaal toe aan een nieuw potje
met PreservCyt
-oplossing. Prepareer een
™
objectglaasje volgens de Non-Gyn-cyclus.
Bel de Technische ondersteuning van Hologic als
ook het nieuwe objectglaasje een halo vertoont.
1. Schenk de inhoud van het PreservCyt-
monsterpotje in een centrifugebuisje.
2. Concentreer door centrifugering − 600 g,
10 minuten (pagina 5.6) of 1200 g, 5 minuten.
3. Schenk supernatant af en vortex om de celpellet
te resuspenderen (pagina 5.8).
4. Als het monster bloed of niet-cellulaire
resten bevat:
Maak een oplossing van 9 delen CytoLyt-
oplossing op 1 deel ijsazijn.
Voeg 30 ml van deze oplossing aan de inhoud
van het monstercentrifugebuisje toe.
Als het monster eiwit bevat:
Voeg 30 ml fysiologische zoutoplossing aan de
inhoud van het monstercentrifugebuisje toe.
Procedure