6
G
EBRUIKERSINTERFACE
Om de potjescodeconfiguratie te testen, gebruikt u een gelabeld potje. Plaats een gelabeld potje in
sleuf 1 van de inputcarrousel. Sluit de deurtjes en druk op Doorgaan om te scannen.
Het instrument haalt het potje uit sleuf 1 van de carrousel en scant de potjescode om te controleren
of de gescande code overeenkomt met de potjescode-barcodeconfiguratie die op het instrument
is ingesteld.
Succesvolle configuratie potjescode.
De potjescodeconfiguratie-informatie komt
overeen met het gescande potjeslabel.
In dit voorbeeld heeft de potjescode een
identificatiecode van '60' en er zijn twee extra
velden in de potjescode naast de identificatiecode.
Deze configuratie komt overeen met een potje met
'60|7672999|9' op het potjeslabel.
Wanneer de potjescode correct is geconfigureerd, gaat u terug naar het overzichtsscherm en slaat u
de wijzigingen op.
6.32
Gebruikershandleiding ThinPrep™ 5000-processor
Afbeelding 6-42 Test instellingen potjescode
Als de potjescode niet overeenkomt met
de criteria die voor de potjescode zijn
geconfigureerd, meldt het scherm dat het
instrument de potjescode niet heeft kunnen
lezen. Corrigeer de potjescode op het label of
corrigeer de potjescodeconfiguratie voordat
u de monsters verwerkt.