2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, controleert
u de rollen en wieltjes op gescheurde stukjes papier die in het apparaat kunnen
zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit het apparaat verwijdert, is er
een grotere kans op papierstoringen.
3. Sluit de kap van de automatische documentinvoer.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
•
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
•
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare
verpakking te bewaren.
•
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of
gescheurd zijn.
•
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het
papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
•
Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak tegen
het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade niet
buigen.
•
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
•
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor het apparaat. Zie
de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Errors
•
Probleem met de printkop
•
Incompatibele printkop
•
Probleem met de printkop en geavanceerd onderhoud aan de printkop
•
Faxgeheugen vol
•
Apparaat afgesloten
•
Inktalarm
•
Probleem met de cartridge
•
Probleem met de cartridge
•
Verkeerd papier
•
De cartridgehouder kan niet bewegen
•
Vastgelopen papier
•
Vastgelopen papier
•
De printer heeft geen papier meer
•
Incompatibele cartridge(s)
•
Printer offline
•
Printer onderbroken
•
Probleem met de sensor
•
Sensorstoring
Informatie over
voor meer informatie.
Errors
249