Hoofdstuk 8
Voordat u de apparaatsoftware installeert, wilt u wellicht de instellingen van uw netwerk
kennen. Deze informatie is te verkrijgen via de systeembeheerders of door de volgende
taken uit te voeren:
•
De naam van het netwerk of de SSID (Service Set Identifier) en de
communicatiemodus (infrastructuur of ad hoc) van het configuratieprogramma voor
het draadloze toegangspunt van het netwerk (WAP) of de netwerkkaart van uw
computer.
•
Het type codering dat het netwerk gebruikt, zoals Wired Equivalent Privacy (WEP).
•
Zoek het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel van het draadloze apparaat
op.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen
•
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Windows)
•
Draadloze communicatie instellen met de installer (Mac OS X)
•
Draadloze communicatie installeren met behulp van het bedieningspaneel van het
apparaat met de wizard
•
Draadloze communicatie uitschakelen
•
Het apparaat aansluiten met een ad hoc-draadloze netwerkverbinding
•
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
•
Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten
•
Wijzig de verbindingsmethode
•
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen
Netwerknaam (SSID)
Standaard zoekt het apparaat naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID met
de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
Communicatiemethode
Er zijn twee mogelijke communicatiemodi:
•
Ad hoc: Op een ad hoc-netwerk wordt het apparaat ingesteld op ad hoc-
communicatiemodus en communiceert het rechtstreeks met andere draadloze
apparaten zonder gebruik te maken van een draadloos toegangspunt, zoals een
draadloze router of Apple AirPort Base Station.
Alle apparaten in het netwerk in ad-hocmodus moeten aan de volgende voorwaarden
voldoen:
◦
802.11-compatibel zijn
◦
Ad hoc moet de communicatiemethode zijn
◦
Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben
◦
Op hetzelfde subnet en kanaal zitten
◦
Dezelfde 802.11-beveiligingsinstellingen hebben
•
Infrastructuur (aanbevolen): Op een infrastructuurnetwerk, wordt het apparaat
ingesteld op infrastructuurcommunicatiemodus en communiceert het met andere
apparaten op het netwerk, of het nu vaste of draadloze apparaten zijn, door een
draadloos toegangspunt, zoals een router of Apple AirPort Base Station.
146
Configureren en beheren