Hoofdstuk 9
U vervangt de printcartridges als volgt:
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges.
Het printmechanisme met de inktcartridges gaat naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen,
en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Verwijder de nieuwe inktcartridge uit de verpakking door het oranje lipje recht naar
achteren te trekken om de plastic verpakking van de inktcartridge te verwijderen.
Opmerking Zorg ervoor dat u de plastic verpakking van de printcartridge
verwijdert voordat u het in het apparaat installeert, anders mislukt het afdrukken.
158
Onderhoud en problemen oplossen