Hoofdstuk 9
Controleer het IP-adres van het apparaat
•
Om het IP-adres van het apparaat vanaf het bedieningspaneel te controleren (alleen
modellen met kleurenscherm), raakt u de knop Installatie aan, selecteert u
Netwerk, selecteert u Netwerkinstellingen bekijken, en selecteert u vervolgens
Samenvatting weergeven (vaste verb.) of Samenvatting weergeven
(draadloos).
Bij apparaten met een uitleesvenster met twee regels, moet de gebruiker het IP-adres
verkrijgen door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Selecteer de knop
Installatie, selecteer Netwerk, selecteer Netwerkinstellingen en selecteer
vervolgens Netwerkconfiguratiepagina afdrukken.
•
Ping het apparaat met het IP-adres vanaf de commandolijn.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
Installatieproblemen oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u
meer informatie over HP-ondersteuning.
•
Suggesties voor hardware-installatie
•
Suggesties voor software-installatie
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer het apparaat
•
Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van het
apparaat zijn verwijderd.
•
Zorg dat er papier in het apparaat is geladen.
•
Controleer of er buiten het statuslampje Klaar, dat zou moeten branden, geen andere
lichtjes branden of flikkeren. Als het waarschuwingslampje flikkert, controleert u of er
een bericht verschijnt op het bedieningspaneel van het apparaat.
Controleer de hardwareverbindingen
•
Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
•
Controleer of het netsnoer stevig met het apparaat en met een werkend stopcontact
is verbonden.
•
Zorg ervoor dat het telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort.
controleer de printcartridges
Controleer of alle kleppen en deksels goed gesloten zijn.
Controleer het computersysteem
•
Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt.
•
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
244
Onderhoud en problemen oplossen
Ondersteuning en garantie
voor