Controleer het apparaat op het volgende
•
Het Aan/uit-lampje brandt zonder te knipperen. Wanneer het apparaat voor het eerst
wordt ingeschakeld, duurt het opwarmen ongeveer 45 seconden.
•
Het apparaat staat in de status Klaar en er branden of flikkeren geen andere lichtjes
op het bedieningspaneel van het apparaat. Als er lichtjes branden of flikkeren, lees
dan het bericht op het bedieningspaneel van het apparaat.
•
Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op het apparaat
zijn aangesloten.
•
Alle verpakkingstape en -materialen moeten van het apparaat zijn verwijderd.
•
De duplexeenheid moet stevig op zijn plaats zitten.
•
Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn
vastgelopen.
•
Alle vergrendelingen en kleppen zijn gesloten.
Suggesties voor software-installatie
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
•
Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste installatiesoftware voor uw
besturingssysteem gebruikt.
•
Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de software installeert.
•
Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
•
Als uw computer de installatie-cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd
is beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de website
van HP (www.hp.com/support).
Controleer of doe het volgende
•
Controleer of de computer voldoet aan de systeemvereisten.
•
Voordat u software op een computer met Windows installeert, moeten alle andere
programma's zijn afgesloten.
•
Als het pad naar het cd-rom-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
•
Als uw computer de cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd is
beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de website van
HP (www.hp.com/support).
•
Zorg ervoor dat de USB-drivers niet zijn uitgeschakeld in het apparaatbeheer in
Windows.
•
Als u een computer met Windows gebruikt en de computer het apparaat niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee verwijdert u de driver van het apparaat
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer de driver van het apparaat
opnieuw.
Controleer het computersysteem
•
Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt.
•
Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Installatieproblemen oplossen
245