Tunneldetectie*
De tunneldetectie zorgt voor overschakeling
van dagrijlicht op dimlicht bij het binnenrijden
van een tunnel. Ca. 20 seconden na het verla-
ten van de tunnel, wordt weer overgeschakeld
op dagrijlicht.
De functie Tunneldetectie is aanwezig op een
auto met een regensensor*. Wanneer u een
tunnel binnenrijdt, registreert de sensor dit en
wordt overgeschakeld van dagrijlicht naar
dimlicht. Ca. 20 seconden na het verlaten van
de tunnel, wordt weer overgeschakeld op
dagrijlicht. Als u na afloop van deze tijd een
andere tunnel inrijdt, blijft het dimlicht bran-
den. Zo wordt voorkomen dat de lichtinstel-
ling van de auto te vaak wordt gewijzigd.
Let erop dat de tunneldetectie alleen werkt,
als de verlichtingsdraaiknop in stand
staat.
Gerelateerde informatie
•
Groot licht/dimlicht (p. 89)
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 86)
Wanneer het dimlicht brandt.
19
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
Groot licht/dimlicht
Stuurhendel en verlichtingsdraaiknop.
Stand voor grootlichtsignalen
Stand voor groot licht
Dimlicht
Met de draaiknop in de stand
dimlicht automatisch geactiveerd als het gaat
schemeren of bij donker weer. Het dimlicht
wordt ook automatisch geactiveerd, als de
mistachterlichten geactiveerd is.
Met de draaiknop in de stand
altijd het dimlicht, wanneer de motor loopt of
als de sleutelstandII actief is.
Grootlichtsignalen
Trek de stuurhendel voorzichtig tot in de
stand voor grootlichtsignalen naar het stuur-
wiel toe. Het groot licht brandt totdat u de
hendel loslaat.
Groot licht
Het groot licht is te ontsteken met de draai-
knop in stand
groot licht in of uit door de stuurhendel tot in
de eindstand naar het stuurwiel te halen en
vervolgens los te laten. Het groot licht is
eveneens uit te schakelen door de stuurhen-
del lichtjes in de richting van het stuurwiel te
duwen.
Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt
het symbool
neel.
Gerelateerde informatie
•
Actieve xenonkoplampen* (p. 92)
•
Automatisch groot licht* (p. 90)
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 86)
wordt het
•
Koplampen - lichtbundel aanpassen
(p. 97)
•
Tunneldetectie* (p. 89)
brandt
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
19
of
. Schakel het
op het instrumentenpa-
89
03