06 Sloten en alarm
Alarmindicatie
De alarmindicatie geeft de status aan van het
alarmsysteem (p. 183).
Dezelfde diode als de vergrendelingsindicatie
(p. 162).
Een rode led op het instrumentenpaneel geeft
de status van het alarmsysteem aan:
•
De led is uit – het alarm is uitgeschakeld
•
06
De led licht om de twee seconden een-
maal op – het alarm is ingeschakeld
•
De led knippert snel vanaf het moment
van uitschakelen van het alarm (tot aan
het moment dat u de transpondersleutel
in het contactslot steekt en sleutelstand I
wordt bereikt) – het alarm is afgegaan.
184
Alarmsysteem - automatische
herinschakeling
De automatische herinschakeling van het
alarm voorkomt dat u de auto verlaat zonder
het alarmsysteem (p. 183) uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achter-
klep binnen twee minuten na uitschakeling
van het alarm opent wanneer de auto met de
transpondersleutel (p. 160) ontgrendeld (en
het alarm gedeactiveerd) werd, wordt het
alarm automatisch opnieuw ingeschakeld. De
auto wordt bovendien opnieuw vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarm - automatische activering (p. 184)
Alarm - automatische activering
In bepaalde landen wordt het alarm (p. 183)
na enige vertraging automatisch ingescha-
keld, wanneer het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten maar daarna niet werd
vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarmsignalen (p. 185)