07 Bestuurdersondersteuning
Actieve parkeerhulp (PAP)* - functie
U krijgt eenvoudige en heldere instructies
voor het gebruik van PAP op het instrumen-
tenpaneel – met grafische voorstellingen en
teksten grafische voorstellingen en teksten
(p. 261).
N.B.
Denk eraan dat het stuurwiel in bepaalde
standen de aanwijzingen op het instru-
mentenpaneel kan verbergen als het tij-
dens de parkeermanoeuvre wordt ver-
draaid.
1 – Zoeken en meten
07
Het PAP-systeem zoekt een parkeervak en
meet of dit vak groot genoeg is. Ga als volgt
te werk:
*
258
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
1. Activeer PAP met een druk
op deze knop en rijd niet
sneller dan 30 km/h.
2. Let op het instrumentenpaneel en stop de
auto als dit met grafische voorstellingen
en displayteksten van u verlangd wordt.
3. Stop de auto als hierom met grafische
voorstellingen en meldingen wordt ver-
zocht.
N.B.
PAP zoekt een mogelijke parkeerruimte
aan de passagierszijde van de straat, geeft
instructies en stuurt de auto in positie.
Desgewenst kunt u de auto ook aan de
bestuurderszijde van de straat parkeren:
•
Haal de richtingaanwijzerhendel naar
de bestuurderszijde – de auto wordt
vervolgens aan de bestuurderszijde
van de straat geparkeerd.
2 – Achteruit inparkeren
Bij het achteruit inparkeren stuurt PAP de
auto in het parkeervak. Ga als volgt te werk:
1. Controleer of de ruimte achter u vrij is en
schakel de achteruitversnelling in.
2. Rijd langzaam en voorzichtig achteruit en
raak het stuurwiel niet aan – rijd niet snel-
ler dan ca. 7 km/h.
3. Let op het instrumentenpaneel en stop de
auto als dit met grafische voorstellingen
en displayteksten van u verlangd wordt.