07 Bestuurdersondersteuning
||
Toetsenset op het stuurwiel en display in de auto
met snelheidsbegrenzer
5
.
Om de cruisecontrol te starten:
•
Druk op de stuurtoets CRUISE (zonder
snelheidsbegrenzer) of op
heidsbegrenzer).
>
Op het instrumentenpaneel gaat het
symbool (6) voor de cruisecontrol bran-
den – de cruisecontrol staat stand-by.
Om de cruisecontrol in te schakelen:
•
Druk bij de gewenste snelheid op de
stuurtoets
of
.
07
Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt.
5
*
200
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
>
De actuele snelheid wordt in het geheu-
gen opgeslagen, de markering (5) op het
instrumentenpaneel gaat branden bij de
ingestelde snelheid en het symbool (6)
verkleurt van GRIJS naar WIT – de auto
houdt de ingestelde/opgeslagen snelheid
aan.
N.B.
De cruisecontrol kan niet worden inge-
schakeld bij snelheden lager dan 30 km/h.
Opgeslagen snelheid wijzigen
U wijzigt de opgeslagen snelheid door de
stuurknop
of
(met snel-
Om aan te passen met +/- 5 km/h:
•
Kort indrukken - elke keer drukken komt
overeen met +/- 5 km/h.
Om aan te passen met +/- 1 km/h:
•
Houd de knop ingedrukt en laat los bij de
gewenste snelheid.
De laatst verrichte aanpassing wordt in het
geheugen opgeslagen.
Als u de snelheid verhoogt met het gaspedaal
voordat u de
actuele rijsnelheid opgeslagen die geldt bij
het indrukken van de knop.
kort of lang in te drukken.
/
-knop indrukt, wordt de
Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspe-
daal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de
instelling van de cruisecontrol ongewijzigd –
de auto hervat de laatst opgeslagen snelheid
zodra u het gaspedaal loslaat.
N.B.
Als u een knop van de cruisecontrol meer-
dere minuten ingedrukt houdt, wordt de
cruisecontrol geblokkeerd en uitgescha-
keld. Om de cruisecontrol weer te kunnen
activeren, moet de auto stilstaan en de
motor worden herstart.
Gerelateerde informatie
•
Cruisecontrol* (p. 198)