09 Wielen en banden
09
Bandenspanningscontrolesysteem*
Het bandenspanningscontrolesysteem waar-
schuwt u, wanneer de bandenspanning in één
of meer banden te laag is. Op bepaalde mark-
ten is een bandenspanningscontrolesysteem
wettelijk verplicht.
Er zijn twee soorten bandenspanningscontro-
lesystemen: TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) en TM (Tyre Monitor). Open bij twijfel
over het systeem dat op uw auto het menu-
systeem MY CAR en blader naar de Instellin-
gen van de auto:
•
Bandenspanning
Het menu
als uw auto is uitgerust met TPMS, zie
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - algemeen (p. 336).
•
Bandmonitoring
Het menu
uw auto is uitgerust met TM, zie Banden-
spanningscontrolesysteem (TM)* (p. 341).
Ook mét dit systeem moet u het normale
onderhoud aan de banden blijven plegen.
BELANGRIJK
Als er een storing optreedt in het TPMS,
gaat het waarschuwingslampje
instrumentenpaneel eerst ca. 1 minuut
lang knipperen waarna het continu blijft
branden. Er verschijnt tevens een melding
op het instrumentenpaneel.
2
Standaard op bepaalde markten.
Standaard op bepaalde markten.
11
*
336
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
2
Gerelateerde informatie
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - algemeen (p. 336)
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - aanpassen (herkalibreren)
(p. 337)
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - bij een lage bandenspanning
(p. 341)
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - activeren/deactiveren (p. 339)
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - adviezen (p. 340)
verschijnt
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - runflat-banden* (p. 340)
•
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)* - status (p. 338)
verschijnt als
op het
Bandenspanningscontrolesysteem
11
(TPMS)*
- algemeen
Het bandenspanningscontrolesysteem TPMS
(Tyre Pressure Monitoring System)* waar-
schuwt u, wanneer de spanning in één of
meer banden te laag is.
Het bandenspanningscontrolesysteem maakt
gebruik van sensoren in de ventielen van de
banden. Bij snelheden van ca. 30 km/h con-
troleert het systeem de bandenspanning. Bij
een te lage spanning gaat het waarschu-
wingslampje
op het instrumentenpa-
neel branden en verschijnt een van de vol-
gende meldingen:
•
Bandenspanning laag Controleer
band rechtsvoor
•
Bandenspanning laag Controleer
band linksvoor
•
Bandenspanning laag Controleer
band rechtsachter
•
Bandenspanning laag Controleer
band linksachter
•
Band moet worden opgepompt Contr.
rechtsvoor
•
Band moet worden opgepompt Contr.
linksvoor
•
Band moet worden opgepompt Contr.
rechtsacht.