09 Wielen en banden
09
Noodreparatieset voor banden* -
reparatieresultaat controleren
Wanneer een band gerepareerd is met de
noodreparatieset, Temporary Mobility Kit
(TMK), moet na zo'n 3 kilometer rijden een
controle plaatsvinden.
Bandenspanning controleren
1. Sluit de noodreparatieset voor banden
weer aan.
2. Lees de bandenspanning van de mano-
meter af.
•
Als de spanning lager is dan 1,3 bar,
werd de band onvoldoende afgedicht.
Beëindig in dat geval de rit. Neem con-
tact op met een erkende Volvo-werk-
plaats.
•
Als de bandenspanning hoger is dan
1,3 bar, moet u de band oppompen tot
de spanning die staat aangegeven op
de bandenspanningssticker aan de
binnenkant van de portierstijl aan
bestuurderszijde (1 bar = 100 kPa).
Laat lucht uit de band ontsnappen, als
de bandenspanning te hoog is.
*
348
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Draai de bus niet los, aangezien deze een
blokkering heeft om lekkage te voorko-
men.
3. Zorg dat de compressor uitstaat. Koppel
de luchtslang en de kabel los. Plaats het
ventieldopje terug.
4. Vouw de slang in de bak een laat de fles
liggen. Leg de TMK in de bagageruimte.
N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Meta-
len ventieldopjes kunnen roesten en
zijn moeilijk los te draaien.
N.B.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de
slang na gebruik. Volvo adviseert u het
vervangen over te laten aan een erkende
Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbij-
zijnde erkende Volvo-werkplaats te rijden om
de beschadigde band te laten vervangen/
repareren. Geef aan het werkplaatspersoneel
door dat er afdichtmiddel in de band zit.
WAARSCHUWING
De snelheid mag niet hoger dan 80 km/h
zijn nadat de provisorische bandenrepara-
tie is gebruikt. Volvo adviseert een bezoek
aan een erkende Volvo-werkplaats voor
een inspectie van de gerepareerde band
(maximaal 200 km rijden). Het personeel
kan bepalen of de band kan worden
gemaakt of moet worden vervangen.
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden* - bedie-
ning (p. 346)
•
Noodreparatieset voor banden* - onder-
delen terugplaatsen (p. 349)