U kunt deze functie met dezelfde toets weer
uitschakelen, als de functie minimaal vijf
seconden actief geweest is. Anders wordt
deze functie na ca. drie minuten automatisch
uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 160)
Transpondersleutel - bereik
De functies van de transpondersleutel (in
basisuitvoering) zijn tot op ca. 20 meter
afstand van de auto te gebruiken.
Als de auto niet reageert bij bediening van
een toets – probeer het dan op minder grote
afstand opnieuw.
N.B.
Er kunnen storingen optreden in de trans-
pondersleutelfuncties door radiogolven in
de lucht, omringende gebouwen, topogra-
fische omstandigheden e.d. Het is altijd
mogelijk de auto te vergrendelen/ontgren-
delen met het sleutelblad (p. 169).
Als u de transpondersleutel uit de auto neemt
terwijl de motor loopt, sleutelstand I of II
(p. 78) actief is en alle portieren worden
gesloten, verschijnt er een waarschuwings-
melding op het informatiedisplay van het
instrumentenpaneel en klinkt er een geluids-
signaal.
Als de transpondersleutel weer in de auto is,
verdwijnen de melding en het geluidssignaal
wanneer aan een of meer van de onder-
staande voorwaarden is voldaan:
•
de transpondersleutel in het contactslot
wordt gestoken.
•
de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
•
de OK-knop is ingedrukt.
06 Sloten en alarm
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 160)
•
Transpondersleutel - functies (p. 164)
06
165