08 Starten en rijden
||
2. Trek de hendel stevig omhoog.
>
Het waarschuwingssymbool op
het instrumentenpaneel gaat branden.
Het waarschuwingssymbool op het
instrumentenpaneel brandt ongeacht
hoe hard de parkeerrem is aangehaald.
3. Laat het rempedaal los en controleer of
de auto volledig stilstaat.
4. Als de auto beweegt, dient u de hendel
minimaal één klik strakker aan te trekken.
Zet de versnellingspook bij het parkeren altijd
in de 1e versnelling (handbak) en de keuze-
hendel in stand P (automaat).
Op een helling parkeren
Bij het parkeren van de auto op een oplo-
pende helling:
•
Draai de wielen van de trottoirband af.
Bij het parkeren van de auto op een aflo-
pende helling:
•
Draai de wielen naar de trottoirband toe.
Parkeerrem lossen
1. Trap het rempedaal stevig in.
2. Trek de handremhendel iets omhoog,
druk de knop in, duw de handrem omlaag
en laat de knop weer los.
> Het waarschuwingssymbool op het
08
instrumentenpaneel dooft.
Als u vergeet de auto van de parkeerrem te
halen, wordt u daar niet alleen op gewezen
300
via het brandende waarschuwingslampje
maar u krijgt bij een rijsnelheid hoger dan
10 km/h bovendien een belsignaal te horen
en een melding op het instrumentenpaneel te
zien.
Gerelateerde informatie
•
Rempedaal (p. 297)
Doorwaaddiepte
Wanneer u zich met de auto door een
ondiepe waterpartij begeeft, spreken we van
waden. Waden dient met de nodige voorzich-
tigheid te gebeuren.
U kunt met de auto door waterpartijen van
maximaal 25 cm diep rijden met een maxi-
mumsnelheid van 10 km/h. Wees extra voor-
zichtig bij het doorwaden van stromend
water.
Houd een lage snelheid aan tijdens het
waden en breng de auto niet in het water tot
stilstand. Trap na het passeren van de water-
partij lichtjes op het rempedaal om te contro-
leren of de remwerking in orde is. Bij water en
vuil op de remblokken kunnen er vertragingen
in de remwerking optreden.
•
Maak de aansluitingen voor de elektri-
sche motorverwarming en de aanhange-
rkoppeling schoon na ritten in water en
modder.
•
Laat de auto niet langdurig in water staan
dat tot boven de dorpelbalken – elektri-
sche storingen zijn anders niet uitgeslo-
ten.