BELANGRIJK
•
Raak het rolgordijn niet met de handen
aan, omdat dit dan beschadigd kan
raken.
•
Gebruik voor bediening van het rolgor-
dijn alleen de knoppen op de plafond-
console.
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
Kompas*
In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aange-
geven in welke richting de voorkant van de
auto wijst.
Bediening
Achteruitkijkspiegel met kompas.
Er worden acht verschillende richtingen met
Engelse afkortingen weergegeven:
NE
E
SE
(noordoost),
(oost),
(zuidoost),
(zuid),
SW
(zuidwest),
W
(west) en
(noordwest).
Het kompas wordt automatisch geactiveerd
wanneer u de motor start of wanneer sleutel-
stand II actief is, zie Sleutelstanden - functies
in verschillende standen (p. 79). Om het kom-
pas handmatig uit of in te schakelen kunt u
een paperclip of iets dergelijks nemen en het
knopje aan de achterzijde van de achteruit-
kijkspiegel indrukken.
Het kompas wordt gedeactiveerd als de elek-
trische voorruitverwarming wordt geactiveerd.
Als de elektrische voorruitverwarming wordt
gedeactiveerd, schakelt het kompas weer in.
Kalibreren
De aarde is in 15 magnetische zones ver-
deeld. Het kompas is ingesteld op het geo-
grafische gebied waarin de auto werd afgele-
verd. Het kompas dient te worden gekali-
breerd, als u met de auto meerdere magneti-
sche zones doorkruist. Ga als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand op een groot
en open terrein waar geen stalen con-
structies of hoogspanningsdraden zijn.
2. Start de motor.
N.B.
Voor de beste kalibratie moet u alle elektri-
sche uitrusting (klimaatinstallatie, ruiten-
wissers enz.) uitschakelen en erop letten
N
(noord),
dat alle portieren gesloten zijn.
S
NW
3. Houd het knopje aan de achterzijde van
de achteruitkijkspiegel ca. 3 seconden
lang ingedrukt. Het cijfer van de huidige
magnetische zone verschijnt.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
}}
107