Stel beide toevoerdrukken in op 50 psig (344 kPa).
Stel de stroommeter in op 8 l/min voor configuraties met de volgende stroommeters: 0–10 l/min en 100–1000 ml/min, 1–15 l/min, 0–16 l/min.
Stel de stroommeter in op 15 l/min voor configuraties met de volgende stroommeters: 2–20 l/min, 2–32 l/min en 3–30 l/min.
Vergelijk de metingen van de O
menger een totale nauwkeurigheid van 3% volle schaal heeft en indien de nauwkeurigheid van de analysator binnen 1% ligt, dienen de
volgende FiO
-vergelijkingen binnen ± 4%-punten met elkaar overeen te komen.
2
Test de nauwkeurigheid met verschillende toevoerdrukken.
Stel de FiO
-waarde in op 60% met de toevoerdrukken op 50 psig (345 kPa).
2
Controleer de instellingsnauwkeurigheid door de instelling met de geanalyseerde waarde te vergelijken.
Stel de O
-druk in op 40 psig (276 kPa) en laat de luchttoevoer staan op 60 psig (414 kPa).
2
Controleer de analysatormeting.
Stel de O
-druk in op 60 psig (414 kPa) en de luchttoevoer in op 40 psig (276 kPa).
2
Controleer de analysatormeting.
De geanalyseerde O
Test de werking van de alarmmodule.
Stel beide toevoerdrukken in op 50 psig (344 kPa).
Stel het O
% in op 60%.
2
Breng de luchttoevoerdruk omlaag naar 24 psig (166 kPa).
Het alarmsignaal dient af te gaan binnen het drukbereik van 24–28 psig, en de O
Voer de luchttoevoerdruk langzaam op tot 50 psig (345 kPa). Het alarmsignaal gaat uit en wordt gereset voordat een toevoerdruk van
40 psig (276 kPa) wordt bereikt.
Breng de O
-toevoerdruk omlaag naar 24 psig (165 kPa).
2
Het alarmsignaal dient af te gaan binnen het drukbereik van 24–28 psig, en de O
Voer de O
-toevoerdruk langzaam op tot 50 psig (345 kPa). Het alarmsignaal gaat uit en wordt gereset voordat een toevoerdruk van 40
2
psig (276 kPa) wordt bereikt.
Controleer de toevoerfilters.
Er bevindt zich een kleine testpoort op de achterzijde van de menger, net boven de luchttoevoer, om de stroming door het filter van de
waterafsluiter en het luchtfilter te testen.
Zet beide gastoevoeren uit en wacht tot de gassen niet meer stromen. Verwijder met een ¼-inch zeskante moersleutel de plug uit de
testpoort en installeer een 10–32 nippel met schroefdraad.
Sluit een nauwkeurige drukmeter (0–60 psig (0–414 kPa)) aan op de nippel.
Zet de gastoevoeren aan.
Stel de regelaar voor de FiO
Controleer de druk die geregistreerd wordt door de op de testpoort aangesloten meter.
Het verschil tussen de testmeterdruk en de toevoerdruk mag met niet meer dan 5 psig (34 kPa) zijn.
Als het drukverschil meer is dan 5 psig (34 kPa), vervangt u de toevoerfilters zoals in het gedeelte "Routinematig onderhoud"
wordt beschreven.
ROUTINEMATIG ONDERHOUD
OPMERKING: De fabrikant verstrekt op verzoek schakelschema's, onderdelenlijsten, beschrijvingen, instructies voor kalibratie of andere
informatie waarmee getraind onderhoudspersoneel die onderdelen van de medische apparatuur kan repareren die de fabrikant beschouwt als
repareerbaar door onderhoudspersoneel.
Routinematig onderhoud van de menger is beperkt tot periodieke prestatietoetsing, vervanging van de toevoerfilters en reiniging van de
buitenkant. Een menger die gekalibreerd moet worden of onderhoud nodig heeft, mag niet gebruikt worden totdat de nodige procedures zijn
uitgevoerd en de apparatuur getest is om vast te stellen dat deze naar behoren werkt. Kalibratie en onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd
door personeel dat door Sechrist Industries is getraind en erkend. Routinematig onderhoud, zoals gedefinieerd in deze handleiding, kan worden
uitgevoerd door een competente persoon die ervaring heeft in het onderhoud van dit soort hulpmiddelen. De in deze handleiding aangegeven
onderdelen dienen uitsluitend vervangen te worden door onderdelen die door Sechrist Industries zijn vervaardigd of worden verkocht.
-analysator bij de volgende instellingen: 21%, 30%, 40%, 50%, 60%, 70%, 80%, 90% en 100%. Omdat de
2
-concentraties mogen met niet meer dan 2% afwijken van de bovenstaande drukveranderingen.
2
-waarde van de menger in op 0,21.
2
Bladzijde 56 • P/N 100001-EU Rev. 31 (10/2024)
-analysator dient een waarde boven de 97% te meten.
2
-analysator dient een waarde onder de 25% te meten.
2