7 Instellingen aanpassen
Opmerking: de optie [nieuw toevoegen] is niet beschikbaar als u al
zeven basaalprogramma' s hebt. In dat geval moet u eerst een bestaand
basaalprogramma verwijderen voordat u een nieuw programma kunt
aanmaken (zie "Een basaalprogramma verwijderen" op pagina 68).
2. Druk op Nieuw.
3. Voer een logische naam in (zie "Tekst invoeren" op pagina 6). Druk op Volg.
U kunt ook het standaardsysteem voor naamgeving gebruiken, dat namen in
numerieke volgorde toewijst, bijvoorbeeld basaal 1, basaal 2, basaal 3.
4. De volgende stappen
zijn hetzelfde als
de stappen die u
hebt doorlopen
toen u uw eerste
basaalprogramma
opstelde. Volg de
instructies op het
scherm of zie "Een
basaalprogramma
definiëren" op pagina 16
voor stapsgewijze
instructies.
Nadat u uw nieuwe basaalprogramma hebt bevestigd, slaat de PDM het op voor
toekomstig gebruik.
Een basaalprogramma controleren
Om de gegevens van een basaalprogramma te
controleren:
1. Home > Instellingen > Basaalprogramma's
2. Markeer het basaalprogramma dat u wilt bekijken
en druk op Select.
3. Markeer Weergeven en druk op Select.
4. Er wordt een niet-bewerkbaar scherm geopend
waarin de basaalsegmenten voor het geselecteerde
basaalprogramma worden weergegeven. Druk op
Lijst of Grafiek om het programma als tekst of een
grafiek te bekijken.
Een basaalprogramma wijzigen
Om een basaalprogramma te wijzigen:
1. Home > Instellingen > Basaalprogramma's
2. Markeer het basaalprogramma dat u wilt bewerken en druk op Select.
66
Basaalprogramma als grafiek
Basaalprogramma als lijst