2 PDM voor de eerste keer instellen
Een basaalprogramma definiëren
Het basaalprogramma bepaalt uw dagschema voor de continue insulineafgifte.
Het eerste basaalprogramma heet "basaal 1" en omvat de volledige 24 uur,
van middernacht tot middernacht. Zie pagina 138 voor een uitleg van
basaalsnelheden, basaalsegmenten en basaalprogramma' s .
1. Gebruik de knop Omhoog/Omlaag om de basaalsnelheid te kiezen voor het
tijdsegment dat om middernacht begint en druk vervolgens op Volgende.
Opmerking: dit tijdsegment omvat in eerste instantie een periode van
24 uur, van middernacht tot middernacht. U kunt de dag als volgt in kleinere
perioden opdelen. Het eerste tijdsegment van uw basaalprogramma
begint altijd om middernacht en het laatste tijdsegment eindigt altijd om
middernacht.
2. Als u verschillende waarden voor de verschillende momenten van de dag wilt
instellen, moet u de dag onderverdelen door nieuwe tijdsegmenten te maken.
U voegt als volgt een tijdsegment toe:
a. Kies [nieuw toevoegen] en druk op Nieuw.
Opmerking: u kunt een bestaand tijdsegment bewerken door met
de knop Omhoog/Omlaag het tijdsegment te selecteren dat u wilt
wijzigen, en vervolgens te drukken op Bewerken.
b. Voer een starttijd voor het tijdsegment in en druk op Volgende.
c. Voer een eindtijd voor het tijdsegment in en druk op Volgende.
d. Voer de basaalsnelheid voor het tijdsegment in en druk op Volgende.
e. U voegt nog een tijdsegment toe door terug te gaan naar stap a.
3. Wanneer u het gewenste aantal tijdsegmenten hebt gemaakt, drukt
u op Klaar.
4. Uw basaalprogramma bekijken:
• U geeft het basaalprogramma als een lijst weer door te drukken op Lijst.
• U geeft het basaalprogramma als een grafiek weer door te drukken
op Grafiek.
5. Druk op Opslaan om het basaalprogramma op te slaan.
Opmerking: na het opgeven van de instellingen kunt u de naam van
dit basaalprogramma wijzigen of nog een basaalprogramma maken
(zie "Basaalprogramma' s " op pagina 65).
16