4 Uw bloedglucose controleren
3. Nadat de teststrip door de PDM is gedetecteerd,
wordt er gedurende twee seconden een
codenummer op het scherm weergegeven.
Controleer of dat codenummer overeenkomt met
het nummer op de teststripflacon. Wijzig indien
nodig de code met de knop Omhoog/Omlaag.
Waarschuwing: controleer altijd of de code
op de PDM overeenkomt met de code op
de teststripflacon. Als u dat nalaat, wordt
uw bloedglucose niet goed gemeten. Het
is belangrijk dat u altijd een code invoert,
ongeacht of u FreeStyle of FreeStyle Lite wel
of niet bij het Omnipod®-systeem gebruikt,
zelfs bij sommige FreeStyle Lite-producten
waarvoor wordt aangegeven dat er geen
code nodig is. Er hoeft geen code te worden
opgegeven wanneer deze strips bij bepaalde
Abbott-meters worden gebruikt. Voor het
Omnipod®-systeem moet er te allen tijde een
code worden ingevoerd.
Opmerking: als u het codenummer moet wijzigen
nadat het volgende scherm op de PDM wordt
weergegeven, drukt u op de knop Omhoog/
Omlaag. Het codescherm verschijnt opnieuw
waarin u vervolgens het codenummer kunt
wijzigen.
Opmerking: het is belangrijk dat u altijd een code
invoert, ongeacht of u FreeStyle of FreeStyle Lite wel
of niet bij het Omnipod®-systeem gebruikt, zelfs bij
sommige FreeStyle Lite-producten waarvoor wordt
aangegeven dat er geen code nodig is. Er hoeft geen
code te worden opgegeven wanneer deze strips
bij bepaalde Abbott-meters worden gebruikt. Voor het Omnipod®-systeem
moet er te allen tijde een code worden ingevoerd.
4. Wacht totdat het bericht "Breng een bloedmonster aan op de strip" samen
met een knipperende druppel bloed wordt weergegeven.
38