3 Uw Pod vervangen
• Uw PDM
2. Was uw handen voordat u begint en zorg ervoor dat uw handen schoon
blijven tijdens het vervangen van de Pod.
3. Controleer of de insuline nog goed is.
4. Controleer of de verpakking van de Pod niet is beschadigd, haal vervolgens
de Pod uit de verpakking en controleer de Pod op eventuele beschadigingen.
5. Als de insuline of de Pod kouder is dan 10 °C, laat u de insuline of de Pod eerst
opwarmen tot kamertemperatuur voordat u verdergaat.
Waarschuwingen
Gebruik NOOIT insuline die er troebel uitziet, omdat troebele insuline oud
is of niet meer werkt. Zie de instructies van de fabriek voor het gebruik van
de insuline en de uiterste gebruiksdatum. Uw gezondheid loopt gevaar als
u geen snelwerkende U-100-insuline gebruikt of als u insuline na de uiterste
gebruiksdatum of niet-werkende insuline gebruikt.
Gebruik geen Pod waarvan de steriele verpakking is geopend of is beschadigd
of als u de Pod na het openen van de verpakking hebt laten vallen, omdat dit
de kans op infectie verhoogd. Pods zijn steriel zolang de verpakking niet is
geopend of niet is beschadigd.
Gebruik geen Pod die is beschadigd. Een beschadigde Pod werkt
waarschijnlijk niet goed meer.
Gebruik geen Pod als de uiterste gebruiksdatum op de verpakking
is verlopen.
Om de mogelijkheid van infectie van de plaats waar de Pod wordt
aangebracht, tot een minimum te beperken, moet u de Pod pas na het volgen
van de aseptische techniek aanbrengen. Dit houdt het volgende in:
•
Was uw handen.
•
Veeg de insulineflacon schoon met een alcoholhoudend doekje.
•
Was de infusieplaats met water en zeep of ontsmet de infusieplaats met
een alcoholhoudend doekje.
•
Houd steriele materialen uit de buurt van mogelijke ziektekiemen.
De PDM gereedmaken en de oude Pod deactiveren
U vervangt als volgt de Pod:
1. Ga naar het scherm voor het vervangen van Pods:
Home > Meer acties > Pod vervangen
2. Als er geen actieve Pod op uw huid is aangebracht,
gaat u verder met stap 6.
24