4 Uw bloedglucose controleren
4. Houd de PDM enigszins schuin wanneer u het bloed of de controleoplossing
op het bemonsteringsgebied van de teststrip aanbrengt.
Opmerking: als u niet
binnen twee minuten
een druppel bloed of
controleoplossing op de
teststrip aanbrengt, wordt
de PDM uitgeschakeld.
U schakelt de PDM weer
in door de ongebruikte
strip uit de PDM te halen, die er weer in te brengen en vervolgens op de knop
Home/Aan/Uit te drukken.
5. Breng voorzichtig een druppel bloed of controleoplossing
op het bemonsteringsgebied aan. Het bloed wordt door
de teststrip opgezogen.
Opmerking: breng het bloed alleen op één kant van
de teststrip aan.
6. Houd de teststrip tegen het monster aan totdat het
scherm Bezig met controleren wordt weergegeven.
Er klinkt één pieptoon als BG-geluid is
ingeschakeld.
Als na vijf seconden het bericht "Bezig met
controleren" niet op het scherm van de PDM wordt
weergegeven, hebt u te weinig bloed op de teststrip
aangebracht. U kunt dan binnen 60 seconden nog
een keer meer bloed op de teststrip aanbrengen.
7. Houd het PDM-scherm in de gaten. Wanneer de
bloedglucose is gemeten, wordt het resultaat van die
meting op het scherm weergegeven. Als BG-geluid
is ingeschakeld, piept de PDM twee keer.
Opmerking: hoe hoger uw bloedglucosespiegel,
des te langer duurt het testen.
40