HOOFDSTUK 2
PDM voor de eerste keer instellen
Voorbereiden op uw training
Als het Omnipod®-systeem nieuw voor u is, hebt u de trainer van het Omnipod®-
systeem nodig om uw Personal Device Manager (PDM) en eerste Pod te kunnen
instellen.
Als voorbereiding op het volgen van de cursus over het Omnipod®-systeem neemt
u eerst deze gebruikershandleiding door, waaronder de "Inleiding" op pagina ix,
"Uw Omnipod®-insulinetoedieningssysteem" op pagina 1 en "Zorgdragen voor
uw PDM en Pod" op pagina 109, alvorens u aan de cursus over het Omnipod®-
systeem begint.
Waarschuwing: gebruik het Omnipod®-systeem pas nadat de trainer u het
gebruik van het Omnipod®-systeem heeft uitgelegd. Hij of zij zal u helpen bij
het instellen van de PDM op basis van uw persoonlijke wensen en behoeften.
Onvoldoende training of een verkeerde instelling kan uw gezondheid en
veiligheid in gevaar brengen.
Opmerking: houd te allen tijde een noodset bij de hand voor het geval u snel
moet reageren op een noodsituatie in verband met uw diabetes.
De items die u moet meebrengen wanneer u naar de trainer van het
Omnipod®-systeem gaat
•
Uw PDM
•
Twee Pods
•
FreeStyle-teststrips en -controleoplossing en een prikapparaatje (bij een groot
aantal apothekers verkrijgbaar)
Deze gebruikershandleiding
•
•
Instructies van uw zorgverlener over de PDM-instellingen die moeten
worden afgestemd op uw behoeften. Deze instellingen zijn onder andere
basaalprogramma, I/KH-verhouding, correctiefactor, streefwaarden voor
BG en duur van de insulineactie.
13