Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitleg Werking Pdm En Pod; Interacties Tussen Pdm En Pod; Pod-Acties Die Door De Pdm Worden Aangestuurd; Pod Activeren - OmniPod Podder Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Podder:
Inhoudsopgave

Advertenties

HOOFDSTUK 12

Uitleg werking PDM en Pod

Interacties tussen PDM en Pod

In dit gedeelte leest u hoe de PDM de Pod aanstuurt en wat de Pod kan doen
zonder informatie van de PDM.

Pod-acties die door de PDM worden aangestuurd

De Pod heeft informatie van de PDM nodig om:
geactiveerd of gedeactiveerd te worden;
over te schakelen op een ander basaalprogramma;
een bolus of tijdelijke basaalsnelheid te starten;
een bolus of tijdelijke basaalsnelheid te annuleren;
de insulinetoediening te onderbreken of hervatten.

Pod activeren

Pods staan in slaapstand tot ze door een PDM worden geactiveerd. Nadat de Pod
is geactiveerd, is deze gekoppeld aan de PDM waarmee dit is gedaan. Dit houdt in
dat ze alleen met elkaar communiceren, ook als er andere Pods en PDM' s binnen
hun bereik zijn. Tijdens het activeren van de Pod draagt de PDM de gegevens over
het actieve basaalprogramma over naar de Pod.
Tijdens het activeren is het communicatiebereik van de PDM beperkt. Daarom
moet de PDM de Pod (in of buiten het bakje) aanraken tijdens het activeren van
de Pod. Als extra voorzorgsmaatregel moet u uw Pod niet activeren in de buurt
van iemand anders die een Pod aan het activeren is.
Hoe dicht bij elkaar moeten de PDM en de Pod zijn nadat de Pod is
geactiveerd?
Na het activeren neemt het communicatiebereik van de PDM toe tot 1,5 meter.
Als u een bolus wilt toedienen, de basaalsnelheid wilt aanpassen of statusupdates
van de Pod wilt ontvangen, moet de PDM zich op maximaal 1,5 meter van de
Pod bevinden.
Wanneer u de PDM niet gebruikt, bewaart u deze binnen handbereik,
bijvoorbeeld in het zakje van uw overhemd of in een la, aktetas of handtas.
133

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor OmniPod Podder

Inhoudsopgave