Bediening
Met de schakelaars op de portieren kunt u de
ruiten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te
bedienen in sleutelstand I en II. Ook wanneer
de auto stilstaat en u de transpondersleutel
hebt uitgenomen, kunt u de ruiten nog steeds
enige tijd openen en sluiten zolang geen van
de portieren wordt geopend. Bedien de ruiten
altijd onder toezicht.
Zijruit openen:
–
Druk het voorste deel van de knop
omlaag.
Zijruit sluiten:
–
Trek het voorste deel van de knop
omhoog.
N.B.
U kunt de rijwindgeluiden tijdens ritten met
geopende achterportierruiten beperken
door ook de voorportierruiten een stukje te
openen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto zitten:
•
Let erop dat u altijd de stroomtoevoer
naar de elektrisch bedienbare ruiten
verbreekt door de transpondersleutel
te verwijderen.
•
Let er bij het sluiten van de zijruiten op
dat kinderen of andere inzittenden niet
bekneld kunnen raken.
Wanneer u de achterste zijruiten vanaf het
bestuurdersportier sluit, dient u erop te let-
ten op dat achterpassagiers niet met hun
handen bekneld kunnen raken.
Elektrisch bedienbare ruiten
Bestuurdersportier
Knoppen voor elektrisch bedienbare zijruiten.
Knop voor elektrisch bedienbare zijruiten
voorin
Knop voor elektrisch bedienbare zijruiten
achterin
Vanaf de bestuurdersstoel kunt u alle zijruiten
elektrisch bedienen. U kunt de zijruiten op
twee manieren openen en sluiten:
•
Druk een van de bedieningsknoppen (1)
of (2) voorzichtig omlaag of trek deze
voorzichtig omhoog. De elektrisch
bedienbare zijruiten komen steeds verder
02
}}
81