Download Print deze pagina

Volvo XC 90 2013 Gebruikershandleiding pagina 153

Advertenties

kan tot startproblemen leiden. De grote olie-
maatschappijen produceren speciale diesel-
olie bestemd voor gebruik bij buitentempera-
turen rond het vriespunt. Deze brandstof is
dunner bij lage temperaturen en beperkt de
kans op vlokvorming in het brandstofsys-
teem.
BELANGRIJK
Gebruik speciale winterbrandstof tijdens
de wintermaanden.
De kans op condensatie in de brandstoftank
neemt af, als u de tank altijd goed gevuld
houdt. Houd tijdens het tanken het gebied
rond de vulbuis goed schoon. Voorkom mor-
sen op gelakte oppervlakken. Maak als u
gemorst hebt het gebied met water en zeep
schoon.
BELANGRIJK
Het zwavelgehalte mag maximaal 50 ppm
zijn.
Wanneer u de tank leegrijdt
Op grond van zijn constructie moet het
brandstofsysteem mogelijk eerst ontlucht
worden om een dieselmotor na bijtanken
opnieuw te kunnen starten.
Na motoruitval door brandstofgebrek heeft
het brandstofsysteem enige tijd nodig om een
controle uit te voeren. Doe in dat geval (ná
bijtanken met dieselolie) het volgende, voor-
dat u de motor start:
1. Steek de transpondersleutel in het con-
tactslot en draai deze naar sleutelstand II
(zie pagina 154).
2. Wacht ca. 1 minuut.
3. Om de motor te starten: Bedien rem-
en/of koppelingspedaal en draai de trans-
pondersleutel naar de startstand III.
Condenswater uit brandstoffilter
aftappen
Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van
condenswater. Condenswater kan anders
aanleiding geven tot motorstoringen.
Houd u voor het aftappen van het condens-
water aan de specificaties die in uw Service-
en garantieboekje staan aangegeven. Ook
wanneer u vermoedt dat er vervuilde brand-
stof is gebruikt, moet u het brandstoffilter
aftappen.
BELANGRIJK
Sommige speciale toevoegingen verwijde-
ren het verzamelde vocht uit het brand-
stoffilter.
06 Starten en rijden
Brandstof tanken
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn mogelijk uitgerust met
een roetfilter, waardoor een nog efficiëntere
uitlaatgasreiniging mogelijk is. Onder normale
rijomstandigheden blijven de roetdeeltjes uit
de uitlaatgassen in het filter achter. Om de
roetdeeltjes te verbranden en het filter te
legen wordt een zogeheten regeneratie
gestart. Daarvoor moet de motor de normale
bedrijfstemperatuur hebben.
De regeneratie van het filter vindt automatisch
plaats en duurt normaal 10–20 minuten. Bij
een lage gemiddelde snelheid kan dit iets lan-
ger duren. Gedurende de regeneratie kan het
brandstofverbruik ietwat stijgen.
Om de motor tijdens de regeneratie zwaarder
te belasten is het mogelijk dat de achterruit-
verwarming zonder verdere indicatie spon-
taan aanslaat.
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
komt de motor niet voldoende op tempera-
tuur. Dit betekent dat het roetfilter niet gere-
genereerd en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met roet-
deeltjes gevuld is, licht het gele informatie-
symbool op het instrumentenpaneel op en
ROETFILTER VOL ZIE
verschijnt de melding
HANDLEIDING
op het display van het instru-
mentenpaneel.
06
}}
151

Advertenties

loading