03 Klimaat
Elektronische klimaatregeling, ECC
afgesloten en recirculeert de lucht in de pas-
sagiersruimte. De lucht in de passagiers-
ruimte wordt ook tijdens de recirculatie door
het combifilter gereinigd.
Wanneer de Interior Air Quality
Sensor actief is, brandt het
03
groene lampje bij AUT.
Bediening:
Druk op AUTO om de Air Quality Sensor
–
te activeren (normale instelling).
Of:
Kies uit drie verschillende functies door
verschillende malen op de knop
drukken:
•
Het lampje bij MAN brandt om aan te
geven dat de recirculatiefunctie
opnieuw ingeschakeld is.
•
Geen van de lampjes brandt om aan te
geven dat de recirculatiefunctie niet is
ingeschakeld (voor zover recirculatie
niet nodig is om voor verkoeling te zor-
gen bij warm weer).
•
Het lampje bij AUT brandt om aan te
geven dat de Air Quality Sensor
opnieuw ingeschakeld is.
98
Let erop dat:
•
U de Air Quality Sensor altijd hebt inge-
schakeld.
•
Er bij koud weer beperkingen voor de
recirculatiefunctie gelden om te voorko-
men dat de ruiten beslaan.
•
U de Air Quality Sensor uitschakelt, wan-
neer de ruiten beslaan.
•
Wanneer de ruiten beslaan, u beter ook
de ontwaseming van de voorruit, de zijrui-
ten en de achterruit kunt inschakelen.
•
Raadpleeg het serviceprogramma van
Volvo voor het aanbevolen vervangingsin-
terval voor het combifilter. In zeer sterk
verontreinigde gebieden moet u het com-
bifilter mogelijk vaker vervangen.
te
3. Recirculatie
U kunt de recirculatie inschakelen als u vieze
lucht, uitlaatgassen en dergelijke buiten wilt
houden. De lucht in de passagiersruimte
wordt dan gerecirculeerd. Er komt met
andere woorden geen lucht van buiten de
auto in, wanneer deze functie actief is.
Als u de recirculatie lang laat aanstaan, kan er
vooral in de winter wasem en ijs op de bin-
nenkant van de ruiten ontstaan.
Met de timerfunctie (op modellen met een
combifilter en Air Quality Sensor ontbreekt de
timerfunctie) beperkt u de kans op ijs, wasem
en een slechte lucht.
Ga als volgt te werk om deze te activeren:
1. Druk de knop
langer dan 3 secon-
den in. Het lampje knippert 5 seconden.
De lucht in de auto wordt afhankelijk van
de buitentemperatuur 3–12 minuten lang
gerecirculeerd.
2. Telkens wanneer u op
de timerfunctie geactiveerd.
Doe het volgende om de timerfunctie uit te
schakelen:
–
Druk de knop
nogmaals maar dan
langer dan 3 seconden in. Het lampje
gaat 5 seconden branden ter bevestiging
van uw keuze.
4. AUTO
Bij activering van de functie AUTO wordt de
klimaatregeling automatisch dusdanig inge-
steld dat de gewenste temperatuur wordt
bereikt. De automatische functie regelt de
verwarming, de airconditioning, de Air Quality
Sensor, de ventilatorsnelheid, de recirculatie
en de luchtverdeling. Als u een of meer hand-
matige functies selecteert, worden de overige
functies nog steeds automatisch geregeld.
Alle handmatige instellingen worden uitge-
schakeld, wanneer u op AUTO drukt.
drukt, wordt