04 Interieur
Voorstoelen
Zithouding
04
De bestuurders- en passagiersstoel kunnen
worden ingesteld voor een optimale zit- en rij-
houding.
Vooruit/achteruit, de hendel omhoogtillen
om de juiste afstand tot het stuurwiel en
de pedalen in te stellen. Controleer of de
stoel na het afstellen in de nieuwe stand
geblokkeerd staat.
Voorkant zitting hoger/lager zetten,
omhoog-/omlaagpompen (bestuurders-
en passagierszijde*).
Geldt ook voor een elektrisch bedienbare stoel.
1
*
106
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Stoel hoger/lager zetten, omhoog-/
omlaagpompen (bestuurders- en passa-
gierszijde*).
1
Lendensteun wijzigen
, aan de knop
draaien.
Hellingshoek rugleuning wijzigen – aan de
knop draaien.
Bedieningspaneel voor elektrisch bedien-
bare stoel*.
WAARSCHUWING
Stel de stand van de bestuurdersstoel in
voordat u gaat rijden en nooit tijdens het
rijden.
Controleer of de stoel in zijn stand ver-
grendeld staat.
Rugleuning voorstoelen omklappen*
De rugleuning van de passagiersstoel kan
worden omgeklapt om ruimte te maken voor
lange lading.
1. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar ach-
teren.
2. Zet de rugleuning rechtop (90 graden).
3. Trek de pallen aan de achterzijde van de
rugleuning tijdens het omklappen naar
voren.
4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de
hoofdsteun onder het dashboardkastje
'vast' komt te zitten.