Starten met hulpaccu
Gebruik een hulpaccu als de startaccu dus-
danig ontladen is dat de motor niet kan wor-
den gestart. Probeer de motor niet aan te sle-
pen, zie pagina 171.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken als u
de auto probeert aan te slepen.
Slepen
Controleer voordat u de auto gaat slepen wat
de toegestane maximumsnelheid is voor sle-
pen.
Sleep de auto altijd met de voorkant van de
auto in de rijrichting.
1. Zorg ervoor dat de contactsleutel in stand
I staat, zodat het stuurslot niet werkt en
de auto bestuurbaar is
2. Voor de auto die sleept geldt: Rijd rustig.
Voor de auto die wordt gesleept geldt:
Houd om schokken te voorkomen de
sleepkabel altijd strak door met uw voet
lichte druk op het rempedaal uit te oefe-
nen.
WAARSCHUWING
Het stuurslot blijft in de stand staan die
gold bij het verbreken van de spanning.
Het stuurslot moet worden opgeheven,
voordat u de auto sleept.
De transpondersleutel moet in sleutelstand
II staan. Neem de transpondersleutel nooit
tijdens het rijden uit het contactslot, ook
niet als de auto gesleept wordt.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en de stuurbekrachti-
ging werken niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. U moet ongeveer vijfmaal zo
hard op het rempedaal trappen en de auto
stuurt aanzienlijk zwaarder dan normaal.
Automatische versnellingsbak
–
Zet de keuzehendel in stand N en los de
handrem.
De snelheidslimiet voor het wegslepen van
een auto met automatische versnellingsbak is
80 km/h. U mag de auto over een afstand van
maximaal 80 km verslepen.
Sleepoog
Voordat u gaat slepen moet het sleepoog in
de bumper vastgeschroefd worden. De uit-
sparing en afdekking voor het sleepoog zitten
06 Starten en rijden
Slepen en bergen
aan de rechterzijde van de voor- en achter-
bumper.
Het sleepoog vindt u in de gereedschapstas
in de bagageruimte.
Doe het volgende:
1. Maak de onderkant van de afdekking (A)
los met een schroevendraaier of een
muntstuk.
06
}}
169