06 Starten en rijden
Rijden met een aanhanger
•
Een automatische versnellingsbak kiest
altijd de juiste versnelling voor het motor-
toerental.
•
Bij gevaar voor oververhitting gaat een
oranje informatielampje op het instrumen-
tenpaneel branden en verschijnt er een
displaymelding – volg het gegeven
advies.
Steile hellingen
•
Blokkeer een automatische versnellings-
bak niet met een hogere versnelling dan
de motor 'aankan' – rijden in een hoge
versnelling bij een laag motortoerental is
niet altijd zuinig.
•
Houd een lage snelheid aan, wanneer u
met een aanhanger achter de auto een
lange en steile helling oprijdt.
•
Vermijd hellingen met een percentage van
meer dan 12 % bij het gebruik van een
06
aanhanger.
Op een helling parkeren
1. Trap het rempedaal in.
2. Activeer de parkeerrem.
3. Zet de keuzehendel in stand P.
4. Haal uw voet van het rempedaal.
174
•
Zet de keuzehendel in de parkeerstand P,
wanneer u een automaat met aanhanger
parkeert. Gebruik altijd de parkeerrem.
•
Gebruik wielblokken, als u een auto met
aanhanger op een steile helling parkeert.
Op een helling wegrijden
1. Trap het rempedaal in.
2. Zet de keuzehendel in de rijstand D.
3. Los de parkeerrem.
4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd
weg.
Niveauregeling
Als uw auto is uitgerust met automatische
niveauregeling, neemt de achtertrein van de
auto tijdens het rijden altijd de juiste rijhoogte
aan, ongeacht de belading. Wanneer de auto
stilstaat, zakt de achtertrein omlaag. Dit is
volkomen normaal. Bij het wegrijden met
lading wordt het niveau na enige tijd rijden
naar boven toe bijgesteld.