2
Te lage oliedruk
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht, is de druk van de motor-
olie te laag. Zet de motor onmid-
dellijk af en controleer het motor-
oliepeil. Vul zo nodig olie bij. Als
het symbool oplicht terwijl het oliepeil in orde
is, moet u contact opnemen met een erkende
Volvo-werkplaats.
Uitlaatgasreinigingssysteem
Bij een storing in het uitlaatgasrei-
nigingssysteem kan het lampje
gaan branden. Volvo adviseert u
naar een erkende Volvo-werk-
plaats te rijden voor een controle.
Airbags (SRS)
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht of blijft branden, is er een
storing in de gordelsluiting of in
het SRS-, SIPS- of IC-systeem
geregistreerd. Volvo adviseert u
zo spoedig mogelijk naar een erkende Volvo-
werkplaats te rijden om het systeem te laten
controleren.
Bij bepaalde motortypes is het lampje voor een lage oliedruk niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een displaymelding, zie pagina 221.
2
02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Dynamo laadt niet bij
Als het lampje tijdens het rijden
oplicht, is er sprake van een sto-
ring in het elektrisch systeem.
Volvo adviseert u een erkende
Volvo-werkplaats te bezoeken.
Voorgloeifunctie motor (diesel)
Het lampje gaat branden wanneer
de motor wordt voorverwarmd.
De voorverwarming start als de
temperatuur lager wordt dan
-2 °C. De auto kan worden gestart
als het symbool gedoofd is.
Parkeerrem ingeschakeld
Het lampje brandt, wanneer de
parkeerrem bediend wordt. Trap
het parkeerrempedaal altijd hele-
maal omlaag.
N.B.
Het lampje geeft alleen aan dát u de par-
keerrem hebt bediend maar niet hoe hard!
Controle- en waarschuwingssymbolen
Mistachterlicht
Dit lampje brandt wanneer u het
mistachterlicht hebt ingescha-
keld.
Controlelampje voor aanhanger
Het symbool knippert wanneer u
de richtingaanwijzers gebruikt
met een aanhanger achter de
auto. Als het lampje niet knippert,
is een van de lampjes op de auto
of op de aanhanger defect.
Stabiliteitsregeling DSTC
Voor informatie over de functies
en lampjes van het systeem, zie
pagina 162.
Waarschuwing, portieren niet
gesloten
Als een van de portieren of de achterklep niet
goed afgesloten is, wordt u daarop attent
gemaakt.
Lage snelheid
Als de auto met een snelheid van maximaal
7 km/h rijdt, gaat het informatielampje bran-
02
}}
61