05 Sloten en alarm
Vergrendelen en ontgrendelen
Tijdelijk deactiveren
05
Knop voor tijdelijke deactivering Safelock-func-
tie.
Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver-
grendelen terwijl er iemand in de auto achter-
blijft, kunt u de Safelock-functie tijdelijk uit-
schakelen.
1. Steek de transpondersleutel in het con-
tactslot, draai deze naar sleutelstand II en
vervolgens terug naar stand I of 0.
2. Druk op de knop. Let erop dat ook de*
bewegingsmelders en niveausensoren
van het alarmsysteem worden uitgescha-
keld, zie pagina 139.
*
136
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Het lampje in de knop brandt, totdat de auto
vergrendeld wordt met de transpondersleutel.
Op het display verschijnt een melding zolang
de transpondersleutel in het contactslot
steekt.
De volgende keer dat u de motor start, wordt
het systeem gereset, waarna de bewegings-
melders en niveausensoren van het alarmsys-
teem alsmede de Safelock-functie opnieuw
zijn ingeschakeld.
N.B.
•
Let erop dat het alarm wordt geacti-
veerd bij vergrendeling van de auto.
•
Als een van de portieren van de bin-
nenzijde wordt geopend, gaat het
alarm af.