Inbedrijfstelling
I
6
Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
0 0
6
Inbedrijfstelling
6.1
Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
24
De aandrijving moet in combinatie met de MOVIDRIVE
bedrijf worden gesteld zoals beschreven in het systeemhandboek MOVIDRIVE
MDX60B/61B. De aandrijving moet via een geschikte setpoint- en stuurbron verplaatst
kunnen worden.
Controleer of
•
de installatie van de optie DIP11B/DEH21B,
•
de bekabeling,
•
de klembezetting en
•
de veiligheidsuitschakelingen
correct en in overeenstemming met de toepassing zijn uitgevoerd.
Het is niet nodig de fabrieksinstellingen te activeren. Als u een fabrieksinstelling
oproept, worden de fabrieksinstellingen van de parameters van de MOVIDRIVE
MDX61B hersteld. Hieronder vallen tevens de toewijzingen van de klemmen. Deze
moeten indien nodig worden veranderd in de gewenste instellingen.
Handboek – MOVIDRIVE
®
-applicatieregelaar MDX61B in
®
MDX61B absolute-encoderkaarten DIP11B / DEH21B
®
®