Hoe de via de Sbus aan de UFO aangesloten regelaars op setpoints en besturingswoor-
den met de waarde nul reageren, is in de betreffende technische handleiding te vinden.
Er wordt bovendien een EMERGENCY-object op de CAN-bus geplaatst.
De activering van de Nodeguarding wordt met het continu branden van de GUARD-LED
weergegeven.
Met behulp van de diagnose-interface en MOVITOOLS kan met P819 de door de bestu-
ring ingestelde timeout-tijd worden afgelezen, mag echter niet met MOVITOOLS, maar
alleen door de besturing met de CANopen-objecten 0x100C en 0x100D worden veran-
derd.
Nodeguarding is vanaf de eerste aankomst van een "Node Event" vanaf de master in
alle bedrijfstoestanden actief.
Heartbeat
Bij de UFO betreft het een Heartbeat-Producer. Het aanbrengen van een tijdinterval in
de heartbeat kan met index 1017hex, subindex 0 via een unsigned 16-bits waarde wor-
den ingesteld. Deze waarde komt overeen met de heartbeat in ms, d.w.z. 3000 bete-
kent, dat elke 3 s een heartbeat verzonden wordt. De default na het verlaten van de toe-
stand initialised is 0, d.w.z. de heartbeat is gedeactiveerd. Als het Guarding-protocol ac-
tief is, dan mag het Heartbeat-protocol niet tegelijkertijd gebruikt worden.
De UFO kan gelijktijdig een andere Heartbeat-Producer bewaken. In de index 1016hex,
subindex 1 wordt met een unsigned 32-bits waarde het te bewaken knooppunt en de
bewakingstijd geactiveerd.
ID
0x600+Node
ID=0x603
ID voor SDO
De bewakingstijd moet een grotere waarde krijgen, dan het tijdinterval voor de heartbeat
op het bewaakte knooppunt aangeeft. Als het Heartbeat-protocol actief is, dan mag het
Lifetime-mechanisme niet tegelijkertijd gebruikt worden.
Handboek – Veldbus-interface UFO11A
Byte 1
Byte 2
Byte 3
0x423
0x16
0x10
Expedited
index
index
Upload
low
high
CANopen-interface
Byte 4
Byte 5
Byte 6
0x01
tijd in ms
sub-
tijd low
tijd high
index
4
Byte 7
Byte 8
0x01 –
0x00
0x7F
knoop-
gereser-
punt
veerd
27