Verhouding tussen parameterwaarden en uitgaand toerental
7
Parameters
Toelichting bij de
De parameternamen komen overeen met de beschrijving in MOVITOOLS
parameters
De fabrieksinstelling is steeds onderstreept weergegeven.
Symbool
Deze parameters kunnen alleen worden veranderd bij regelaarstatus INHIBITED
(= eindtrap hoogohmig).
7.1
Verhouding tussen parameterwaarden en uitgaand toerental
Bij de instelbare parameters (P224, P225, P226, P227, P510, P511, P512, P514)
moeten incrementen worden opgegeven voor de hoekafwijking (bijv. als toegestane
afwijking of als offset) tussen master- en slave-aandrijving. Deze incrementen hebben
betrekking op de waarde die de regelaar berekent op basis van de encoderimpulsen.
Het aantal encoderimpulsen wordt in de regelaar met factor 4 vermenigvuldigd.
Het aantal incrementen dat u bij de parameters moet invoeren, wordt volgens de onder-
staande formule berekend uit de hoekafwijking van de motor:
In te voeren incrementwaarde = motoromwentelingen × 4 × aantal impulsen van
de incrementele encoder
Voorbeeld
Als de foutmelding "/DRS LAG ERROR" moet worden gegenereerd bij een afwijking van
vijf motoromwentelingen en bij toepassing van incrementele encoders met een resolutie
van 1024 incrementen/omwenteling tussen master- en slave-aandrijving, geeft u in
P512 Lag error limit de volgende incrementwaarde op:
In te voeren tellerwaarde = 5 × 4 × 1024 = 20480
Deze waarde kan ook worden toegepast op de uitgaande as van de reductor:
Motoromwentelingen = uitgaande omwentelingen reductor × i
Naast het motortoerental en de reductoroverbrengingsverhouding is ook de voortrap
van invloed op het effectieve uitgaande toerental van de uitgaande machine. In dit geval
kunt u de motoromwentelingen als volgt berekenen:
Motoromwentelingen = uitgaande omwentelingen × i
®
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B
P6..
Parameters
P60.
P600
®
SHELL.
reductor
× i
reductor
voortrap
7
29