Veiligheidsinstructies voor verbrandingsmotoren
Tanken en ontluchten van het brandstofsysteem
BA E16 nl* 1.0 * E16_10_200a.fm
CALIFORNIË
Voorstel 65 – Waarschuwing
Motoruitlaatgassen, enkele bestanddelen en bepaalde
voertuigcomponenten bevatten chemicaliën of stoten deze uit, waarvan
de staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere
reproductieve schade kunnen veroorzaken.
•
Verbrandingsmotoren vormen bijzondere gevaren tijdens het bedrijf en
het tanken.
•
Het niet in acht nemen van waarschuwingen en veiligheidsbepalingen
kan tot ernstige verwondingen of de dood leiden.
•
Het gebied van de uitlaat vrij van brandbare materialen houden.
•
Motor en brandstofsysteem op lekkages controleren (bijv. losse brand-
stofleidingen). Bij lekkages motor niet starten resp. niet laten draaien.
•
Motoruitlaatgassen leiden bij het inademen binnen korte tijd tot de dood.
•
Motoruitlaatgassen bevatten niet zichtbare en reukloze gassen (bijv.
koolmonoxide en–dioxide).
- Voertuig nooit in gesloten ruimten of bereiken (bijv. bouwput)
bedienen, als er geen voldoende be- en ontluchting (b. v. uitlaatgas-
filter, afzuiginstallatie) aanwezig is.
•
Voertuig niet in explosiegevaarlijke bereiken bedienen.
•
Motor, uitlaatgassysteem en koelsysteem niet aanraken, zolang de
motor draait of nog niet is afgekoeld.
•
Koelersluiting bij draaiende of hete motor niet verwijderen.
•
Het koelmiddel is heet, staat onder druk en kan ernstige verbrandingen
veroorzaken.
•
Niet inde buurt van open licht of vuur tanken en ontluchten.
•
Alleen in een goed geventileerd gebied tanken en ontluchten (bijv.
vanwege dampen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, explosiegevaar).
•
Gemorste brandstof direct verwijderen (bijv. vanwege brandgevaar,
uitglijdgevaar).
•
Brandstoftankdop stevig sluiten, defecte brandstofdop vernieuwen.
Veiligheid 2
2-21