2.8
Wegslepen, verladen en transporteren
Wegslepen
BA E16 nl* 1.0 * E16_10_200a.fm
•
Gevarengebied zeer ruim afsluiten.
•
Er mogen geen personen in het gebied van de wegsleepstang of de
wegsleepkabel aanwezig zijn. Als veiligheidsafstand geldt de 1,5-
voudige lengte van het wegsleepmiddel.
Bij voertuigen met een totaalgewicht tot 4,0 ton moet een sleepkabel
worden gebruikt.
Bij voertuigen met een totaalgewicht vanaf 4,0 ton moet een sleep-
stang worden gebruikt.
•
Voorgeschreven transportstand, toegestane snelheid en wegafstand
aanhouden.
•
Als trekvoertuig moet een voertuig worden gebruikt dat minstens van
dezelfde gewichtsklasse is. Verder moet het trekvoertuig met een
veilig remsysteem en voldoende trekkracht zijn uitgerust.
•
Alleen door een keurings- / certificeringsinstelling toegestane
wegsleepstangen of wegsleepkabel gebruiken, controle-intervallen
aanhouden.
•
Geen vervuilde, beschadigde of niet voldoende gedimensioneerde
wegsleepstangen of wegsleepkabels gebruiken.
•
Wegsleepstangen of wegsleepkabels alleen aan de gedefinieerde
punten bevestigen.
•
Uitsluitend conform deze gebruiksaanwijzing wegslepen, om schade
aan het voertuig te vermijden.
•
Bij het wegslepen op openbare straten / plaatsen de nationale
voorschriften in acht nemen (bv. verlichtingsvoorschriften).
Veiligheid 2
2-13