4 Ingebruikneming
4.5
Motor starten en uitzetten
Voorbereidingen
Contactslot
0
P
afb. 111
4-38
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door onopzettelijke bediening van het
voertuig!
Een onopzettelijke bediening kan tot ernstige verwondingen of de dood
leiden.
► Voertuig enkel met omgedane veiligheidsgordel vanaf de
bestuurdersstoel gebruiken.
Het handgas bij koude motor in de middelste stand zetten.
De starter kan niet worden bediend als de motor al draait
(startherhalingsblokkering).
Startpoging na 20 seconden afbreken.
Pas na twee minuten opnieuw proberen te starten, zodat de batterij zich
kan herstellen en de starter niet oververhit.
Informatie
Bij gebruik in afgesloten ruimtes voldoende ventileren.
Informatie
U moet gemakkelijk bij alle bedieningselementen kunnen. Rijhendels
moeten in hun eindstand gebracht kunnen worden.
Stand
1
P
0
2
1
3
2
3
Parkeerstand
Stopstand
Rijstand
Motor voorgloeien
De motor starten
Functie
Geen functie
Contactsleutel insteken of verwijde-
ren
Alle elektrische functies zijn geacti-
veerd
Voorverwarmer actief
Starter wordt gebruikt
BA E16 nl* 1.0 * E16_10_400.fm